Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiseres 1] ,
[eiseres 2],
1.De procedure
- het vonnis van 21 juni 2017 waarin de rechtbank over het geschil tussen partijen een eindoordeel had geveld;
- het vonnis van 27 juni 2018 in de procedure tussen partijen met zaaknummer / rolnummer C/09/552989 / H ZA 18-544 waarin de rechtbank het vonnis van 21 juni 2017 in deze procedure heeft herroepen, het geding tussen partijen heeft heropend en de procedure heeft verwezen naar de rol voor conclusie aan de zijde van [eiseres 1 c.s.] ;
- de conclusie na herroeping tevens houdende wijziging van eis, met producties, van de zijde van [eiseres 1 c.s.] ;
- de conclusie na herroeping, met producties, van de zijde van [gedaagde] ;
- de akte overlegging producties met producties, van de zijde van [eiseres 1 c.s.] ;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 4 september 2019;
- de akte bewijslevering, met producties namens [gedaagde] ;
- de antwoordakte bewijslevering namens [eiseres 1 c.s.] ;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Beste […] ,
Beste […] ,
Van de € 10.000 die niet gestort zijn kunnen we verrekenen 4.000 euro provisie incl btw. Voorstel is om de laatste rekening van Moulin van je werkzaamheden voor oa de tv Rtl van ca 1.422 incl btw te verrekenen. Restant word zsm in de toekomst met facturen van jou en Moulin verrekend of overgemaakt.”
boosten”. Voorts heeft [eiseres 1 c.s.] verwezen naar de in de overeenkomsten, die Moulin met [eiseres 1 c.s.] heeft gesloten, opgenomen zinsnede dat [eiseres 1] respectievelijk [eiseres 2] een bedrag in rekening-courant investeert teneinde “
de vennootschap versneld te doen ontwikkelen”. Daaruit konden en mochten ze afleiden dat [gedaagde] het geld zou gebruiken om Moulin versneld te ontwikkelen en konden ze niet begrijpen dat het gebruikt zou worden als overbruggingskrediet.
ik schrijf het even op, zodat je makkelijker met Mei Mei kunt bespreken.” En vervolgens komt de zin over het boosten van Moulin. Ook op basis hiervan kan niet worden geconcludeerd dat [eiseres 1 c.s.] over de financiële toestand van Moulin was geïnformeerd of dat [gedaagde] erop heeft aangedrongen dat ze zich informeerde.
hoewel de bestuurder de vooruitzichten voor de vennootschap te rooskleurig heeft gezien heeft de curator geen bewijs aangetroffen voor opzettelijke wanprestatie of het moedwillig misleiden van investeerders/schuldeisers.”