Overwegingen
Aanleiding taalanalyse van het TOELT
1. Eiseres heeft in de eerste plaats de aanleiding voor het uitvoeren van de taalanalyse bestreden. Zij vindt dat zij haar herkomst aannemelijk heeft gemaakt door haar verklaringen tijdens het gehoor in 2009. Zij heeft toen uitgebreid en gedetailleerd verklaard over de omgeving waar zij woonde. Daarbij heeft ze naast een beschrijving van de dorpen in de omgeving ook dorpen genoemd die op Google Maps of Google Earth niet te vinden zijn. Zij stelt dat zij geen onjuiste informatie heeft verstrekt over haar leefomgeving destijds of over de stam waartoe zij behoort.
2. De rechtbank stelt voorop dat het verweerder te allen tijde vrijstaat om, nadat door hem een verblijfsvergunning is verleend, nader onderzoek in te stellen naar de vraag of zich redenen voordoen om die vergunning in te trekken, dan wel om een aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van die vergunning af te wijzen. De twijfel die is ontstaan na de beoordeling van de gegevens van eiseres aan de hand van nieuwe onderzoeksinstrumenten, vormden dan ook een rechtvaardiging voor het verdere onderzoek naar de herkomst van eiseres. De bewijslast om die twijfel weg te nemen, ligt wel bij verweerder.
3. Het uitvoeren van een taalanalyse voldoet volgens vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS)als bewijsmiddel als twijfel is gerezen over de gestelde herkomst van een vreemdeling. Het voorgaande betekent dat verweerder de taalanalyse mocht laten uitvoeren om aan zijn bewijslast te voldoen.
Kan de contra-expertise van XFTP de taalanalyse van het TOELT weerleggen?
4. Tussen partijen is niet in geschil dat de taalanalyse van het TOELT, bestaande uit de taalanalyse van SOM7 en de controle taalanalyse van SOM 15, kan worden aangemerkt als een deskundigenadvies en dat verweerder zich ervan heeft vergewist dat dit advies naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is. Het is daarom aan eiseres om de inhoud van dit advies te weerleggen.Zij heeft hiertoe een contra-expertise van XFTP verstrekt waarvan de uitkomst tegengesteld is aan de taalanalyse van het TOELT. Om de conclusie van de taalanalyse van het TOELT te kunnen weerleggen, moet de contra-expertise echter ook naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent zijn.
5. Eiseres heeft aangevoerd dat de contra-expertise van XFTP aan de hiervoor vermelde vereisten voldoet.
6. De rechtbank volgt eiseres niet in dit standpunt. Zij is in de eerste plaats van oordeel dat XFTP bij zijn onderzoek geen gebruik heeft mogen maken van geluidsopnames van gesprekken met vreemdelingen uit andere asielprocedures. Dergelijke geluidsopnames kunnen niet als betrouwbare bron worden gebruikt. XFTP beschikt namelijk alleen over geluidsopnames van vreemdelingen van wie wordt getwijfeld aan hun gestelde herkomst. De gebruikte geluidsopnames geven daarom een onjuist, dan wel onvolledig beeld van het gangbare spraakgebruik in een bepaald gebied.
7. Dat XFTP alleen geluidsopnames heeft gebruikt uit asielprocedures waarvan de uitkomst overeenkwam met zijn verwachtingen, maakt het voorgaande niet anders. Ook maakt niet anders dat XFTP de geluidsopnames als aanvullend bronmateriaal heeft gebruikt. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de andere door XFTP gebruikte bronnen, waaronder zijn informanten, niet verifieerbaar zijn. XFTP noemt weliswaar de namen en citaten van een aantal informanten, maar uit die informatie kan nog niet de conclusie worden getrokken dat de specifieke spraakkenmerken van eiseres zijn terug te brengen tot het door haar gestelde gebied van herkomst. De omstandigheid dat XFTP regelmatig contact heeft met zijn informanten, draagt daar ook niet aan bij. Dat geldt eveneens voor het gebruik van nieuwswebsites als bronmateriaal. Ook op basis daarvan kunnen de specifieke spraakkenmerken van eiseres niet worden teruggebracht tot het door haar gestelde gebied van herkomst.
8. De rechtbank is dus van oordeel dat de methoden en bronnen van XFTP niet betrouwbaar zijn. Om die reden laat zij de bevindingen van XFPT met betrekking tot de taalkenmerken van eiseres, en de reactie van TOELT daarop, onbesproken.
9. De geografische kennis van eiseres, die het XFTP bij zijn analyse heeft betrokken, heeft ten slotte een ondergeschikte betekenis.In de Vakbijlage Taalanalyse bij de taalanalyse van het TOELT staat namelijk uitdrukkelijk dat de tijdens het taalanalysegesprek gedemonstreerde landenkennis (of een gebrek daaraan) niet in overweging wordt genomen bij het formuleren van de conclusie van de taalanalyse. De conclusie van de taalanalyse is in principe uitsluitend gebaseerd op de gedemonstreerde talenkennis van de vreemdeling. De taalanalyse is een objectief instrument, terwijl geografische kennis kan worden aangeleerd.
10. Eiseres heeft ten slotte aangevoerd dat de intrekking en afwijzing van de verlening van haar verblijfsvergunning een risico als bedoeld in artikel 3 van het EVRM opleveren. Zij vreest bij terugkeer naar haar land van herkomst namelijk voor besnijdenis van haar dochter.
11. Uit vaste rechtspraak van de ABRvSvolgt dat voor de beantwoording van de vraag of artikel 3 van het EVRM zich verzet tegen terugkeer naar het land van herkomst, noodzakelijk is dat de nationaliteit, identiteit en het land van herkomst van de vreemdeling vaststaan. Dat is hier niet het geval. Niet alleen bestaat onduidelijkheid over de vraag of eiseres afkomstig is uit Noord- of Zuid-Somalië, de mogelijkheid bestaat ook - zoals verweerder ter zitting heeft gesteld - dat zij afkomstig is uit Djibouti. Wanneer het tot uitzetting van eiseres komt, is het op dit moment dus niet duidelijk naar welk land dit zal plaatsvinden. Dat betekent dat op dit moment ook niet duidelijk is of in geval van uitzetting sprake is van een risico op een situatie als bedoeld in artikel 3 van het EVRM.
12. De conclusie is dat de verblijfsvergunning van eisers terecht is ingetrokken en dat haar aanvraag voor verlenging van haar verblijfsvergunning terecht is afgewezen. Dat betekent dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen gelijk krijgt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.