ECLI:NL:RBDHA:2020:2763
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming
Op 18 maart 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2005, die onder toezicht was gesteld. De Raad voor de Kinderbescherming had een verzoek ingediend voor een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een gezinsgerichte accommodatie voor een periode van zes maanden. Dit verzoek volgde op zorgen over de thuissituatie, waar de minderjarige niet veilig kon opgroeien. De kinderrechter heeft de minderjarige telefonisch gehoord, evenals de moeder en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de minderjarige zich in een problematische situatie bevond, met zorgen over haar gedrag, schoolverzuim en de invloed van haar vader. De kinderrechter oordeelde dat de veiligheid van de minderjarige niet kon worden gewaarborgd in de thuissituatie en dat de machtiging tot uithuisplaatsing gerechtvaardigd was. De kinderrechter heeft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering gemachtigd om de minderjarige te plaatsen in een geschikte accommodatie voor de duur van zes maanden, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.