Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser 1] , geboren op [geboortedatum 1] 1992, eiser 1,V-nummer: [nummer 1]
V-nummer: [nummer 2]
V-nummer: [nummer 3]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Ook als uit moet worden gegaan van de aannemelijkheid van het overlijden van de ouders van referent en de vader van eiser 2, is het pleegouderschap niet aannemelijk. Er is immers niet aannemelijk gemaakt waarom eiser 1 de voogdij zou hebben gekregen. Volgens de Eritrese Civil Code gaat de voogdij bij overlijden van beide ouders in principe naar de grootouders of oudste oom of tante, tenzij dit anders wordt geregeld. Onduidelijk is waarom het hier anders is geregeld. Bovendien is niet gebleken dat recent aan het gestelde pleegouderschap van eiser 1 enige invulling is gegeven en dat dit in de toekomst zal gebeuren nu uit de verklaringen van referent blijkt, dat eiser 1 sinds juli of augustus 2016 is gedetineerd en er geen zicht is op vrijlating.Ten slotte is niet gebleken van een bijzondere afhankelijkheid tussen referent en eisers. Verweerder heeft in zijn brief van 3 december 2018 meegedeeld, dat dit laatste een subsidiair standpunt is.
Beslissing
verklaart het beroep gegrond voor zover betrekking hebbend op eisers 2 en 3;
- vernietigt in zoverre het bestreden besluit;