ECLI:NL:RBDHA:2020:2859
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van twee jaar
Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren op [geboortedag] 1977. Het verzoek tot machtiging werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 27 februari 2020, met als doel een machtiging voor de duur van zes maanden te verkrijgen op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt verblijft momenteel in een accommodatie en heeft een matig verstandelijke handicap, wat gepaard gaat met epileptische aanvallen en agressief gedrag. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 maart 2020, die telefonisch plaatsvond vanwege coronamaatregelen, werd vastgesteld dat de cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf, maar dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank heeft de situatie van de cliënt beoordeeld en geconcludeerd dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder materiële schade en gevaar voor de veiligheid van personen of goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om dit ernstig nadeel te voorkomen. Gelet op de omstandigheden en de criteria van de Wzd, heeft de rechtbank besloten om de rechterlijke machtiging te verlenen voor de duur van twee jaar, tot en met 13 maart 2022. De beschikking is gegeven door mr. C.F. Mewe, rechter, en is vastgesteld op 30 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.