1.2Eiseres heeft zich vervolgens vanuit een uitkeringssituatie op grond van de Werkloosheidswet (WW) op 15 april 2014 nogmaals ziekgemeld met dezelfde klachten. Bij besluit van 20 oktober 2014 heeft verweerder aan eiseres meegedeeld dat zij primair per
15 april 2014 en subsidiair per 20 oktober 2014 geen recht heeft op een ZW-uitkering. Eiseres wordt geschikt geacht om het eigen werk te verrichten. Tegen dit besluit is geen bezwaar gemaakt.
2. Eiseres heeft op 7 december 2018 verzocht om terug te komen van het besluit van 20 oktober 2014 omdat inmiddels uit een in 2018 gemaakte MRI-scan is gebleken dat haar klachten voortkwamen uit PPMS (primair progressieve MS).
3. Verweerder is bij het primaire besluit tot de conclusie gekomen dat er weliswaar meer duidelijkheid is over de diagnose, maar dat dit nieuwe feit geen aanleiding geeft om de eerdere beslissing van 20 oktober 2014 te herzien. Eiseres wordt onveranderd primair per 15 april 2014 en subsidiair per 20 oktober 2014 geschikt geacht voor het verrichten van haar eigen werk. Dit standpunt is bij het bestreden besluit gehandhaafd.
4. Eiseres voert hiertegen op de eerste plaats aan dat verweerder niet het juiste beoordelingskader heeft gehanteerd bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid. Zij heeft verwezen naar het stappenplan zoals dat bij een onderzoek naar de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid dient te worden gevolgd door de verzekeringsarts. Dit stappenplan staat vermeld in het beoordelingskader “Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsbeperkingen” (beoordelingskader).
5. Deze beroepsgrond treft geen doel. Het beoordelingskader waarnaar eiseres verwijst, wordt alleen gehanteerd in die gevallen dat de verzekeringsarts zich een oordeel dient te vormen over de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 4 van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA). Het bedoelde beoordelingskader en het hierin opgenomen stappenplan is niet van toepassing bij medische beoordelingen in het kader van de ZW. Bovendien kan dit stappenplan niet analoog worden toegepast, nu eerst sprake moet zijn van arbeidsongeschiktheid voordat wordt toegekomen aan een beoordeling van de duurzaamheid daarvan.
6. Eiseres voert tevens - kort samengevat - aan dat de beoordelingen van de onderzoeken die door de verzekeringsartsen tijdens de vorige ZW-beoordelingen zijn verricht en die zijn verwoord in de rapporten van 21 november 2013, 18 december 2013 en 20 oktober 2014, onzorgvuldig en onvoldoende zijn gemotiveerd. In dit verband verwijst eiseres naar de medische informatie die van 2011 tot en met 2014 beschikbaar was en die door eiseres in beroep is overgelegd. Het betoog van eiseres komt er op neer dat verweerder met de kennis van nu een verkeerd medisch beeld had van de medische toestand van eiseres in 2013 en 2014.
7. De rechtbank overweegt hierover dat de hiervoor genoemde rapporten uit 2013 en 2014 niet ter beoordeling voorliggen in deze procedure. Eiseres had hiertegen eerder kunnen opkomen, namelijk door in beroep te gaan tegen het besluit van 20 december 2013 en/of door bezwaar te maken tegen het besluit van 20 oktober 2014. De beroepsgronden die hierop zien, treffen daarom geen doel.
8. Eiseres voert tevens aan dat het onderzoek van de verzekeringsarts b&b van
25 april 2019 onvoldoende zorgvuldig, onderbouwd en gemotiveerd is verricht. De verzekeringsarts b&b bespreekt in het rapport niet alle (relevante) klachten en beperkingen die uit de medische informatie blijken. Hij noemt slechts dat bij de beoordeling van het besluit van 20 oktober 2014 rekening is gehouden met een ‘beenklacht’, dit terwijl er vele andere klachten en beperkingen bij eiseres bestonden. Eiseres verwijst in dit verband naar de lichamelijke klachten zoals die blijken uit de medische informatie van de neurologen van 27 augustus, 3 oktober en 21 november 2018. Als gevolg van deze klachten zijn er voor eiseres geen mogelijkheden op de arbeidsmarkt als het gaat om een combinatie van beperkingen van traplopen, opstaan uit een stoel, lang staan, vermoeidheidsklachten, niet zonder krukken kunnen lopen, angst om alleen op straat te lopen of alleen thuis te zijn, door de benen zakken, blaasproblemen, over de eigen voeten struikelen, valneigingen en acute pijn in de lage rug. Te meer nu het gaat om een progressieve ziekte. Eiseres wenst een nieuw medisch onderzoek naar haar arbeidsongeschiktheid. Het komt eiseres voor dat een verzekeringsarts met een specialisme in MS dit verzekeringsgeneeskundig onderzoek het beste kan verrichten. Ter zitting heeft eiseres in dit verband nog naar voren gebracht dat de klachten en beperkingen opnieuw moeten worden geduid en dat eiseres uitgenodigd had moeten worden voor een lichamelijk onderzoek.
9. De rechtbank overweegt hierover als volgt.