Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam]),
1.Het procesverloop
2.De feiten
- hij meermaals van achteren tegen haar heeft ‘aangereden’;
- hij haar meermaals hardhandig heeft opgetild zodat haar buik pijn deed;
- hij vaak hard schopte en sloeg tegen haar stoel;
- hij haar regelmatig in de arm kneep, met blauwe plekken tot gevolg;
- hij, nadat hij haar als trainer iets had geleerd, zei: ‘Je mag iets terug doen, dan mag je me even ‘sukken’;
3.Het verzoek
4.Het verweer en zelfstandig verzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Daartoe wordt het volgende overwogen. Er waren door twee werknemers ernstige klachten ingediend over (onder andere) de werknemer. Anders dan de werknemer meent, blijkt uit de overgelegde stukken dat de werkgever naar aanleiding van de klachten zorgvuldig heeft gehandeld. De werkgever is eerst met klagers in gesprek gegaan en heeft daarna een onafhankelijke onderzoekscommissie opgesteld. De klachten van klagers waren dusdanig ernstig dat het instellen van een onderzoekscommissie gerechtvaardigd was. Gelet op het verwijtbaar handelen van de werknemer dat uit dit onderzoek naar voren komt, welk handelen ook de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt, zoals hiervoor overwogen, is er geen sprake van dat de werkgever een valse grond voor het ontslag aanvoert. Het standpunt van de werknemer dat de werkgever hem nog eerst een kans tot verbetering van zijn gedrag had moeten geven, wordt, zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen, evenmin gevolgd. In de wijze waarop de werkgever omgegaan is met de privacy van de werknemer – volgens de werknemer was dit onzorgvuldig - ziet de kantonrechter, gelet op hetgeen hierna daarover wordt overwegen, evenmin ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de zijde van de werkgever. Er is dan ook geen grond voor het toekennen van een billijke vergoeding aan de werknemer. Het verzoek van de werknemer op dit punt zal derhalve worden afgewezen.