Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.ALLIANZ BENELUX N.V.te Brussel (België),
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.te Zoetermeer,
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 16 november 2017 met producties 1 t/m 9;
- de conclusie van antwoord van 21 februari 2018 met producties 1 t/m 8;
- het tussenvonnis van 7 maart 2018, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de e-mails en brieven van partijen van 25 juli 2018, 30 juli 2018, 1 augustus 2018 en 2 augustus 2018, waarin zij de rechtbank (samengevat) verzoeken de zaak naar de rol te verwijzen voor het nemen van een re- en dupliek, ofwel te bepalen dat partijen de zaak tijdens de comparitie van partijen mogen bepleiten;
- de rolbeslissing van 3 augustus 2018, waarin het partijen is toegestaan om te re- en dupliceren;
- de conclusie van repliek van 31 oktober 2018 met producties 10 t/m 20;
- de conclusie van dupliek van 6 februari 2019 met producties 9 t/m 11;
- de ambtshalve beschikking van 3 juli 2019, waarin (opnieuw) een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 31 oktober 2019.
2.De feiten
waarover gaat deze zaak?
3.Het geschil
- i) tot betaling van het door Allianz c.s. uitgekeerde bedrag van € 250.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2015;
- ii) tot betaling van de door Allianz c.s. gemaakte kosten van € 21.482,04, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2015;
- iii) tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de nakosten.
4.De beoordeling
Inleiding
- a) Is er sprake van samenloop van de AVB- en CAR-verzekering, die [B.V. I] als lid van Bouwend Nederland bij Allianz c.s. respectievelijk HDI heeft afgesloten?
- b) Als de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, hoeveel moeten Allianz c.s. en HDI dan onderling bijdragen aan de schade van TéCéDé?
- c) Er doet zich een procedurele complicatie voor, doordat de dagvaarding van Allianz c.s. per abuis is uitgebracht tegen de verkeerde partij;
- d) HDI stelt zich op het standpunt dat de vaststellingsovereenkomst van 3 december 2015 in de weg staat aan toewijzing van de vorderingen van Allianz c.s.
- Onder I (nrs. 4.4 tot en met 4.10) zal de rechtbank eerst het procedurele knelpunt (zie 4.1 sub c) bespreken.
- Onder II (nrs. 4.11 tot en met 4.30) oordeelt de rechtbank over het verweer van HDI dat de vaststellingsovereenkomst in de weg staat aan toewijzing van de vordering van Allianz c.s. in deze procedure (zie 4.1 sub d).
- Onder III (nrs. 4.31 tot en met 4.43) gaat de rechtbank in op de vraag of sprake is van samenloop tussen de AVB en CAR-verzekering van [B.V. I] (zie 4.1 sub a).
- Onder IV (nrs. 4.44 tot en met 4.86) zal de rechtbank oordelen over de hoogte van de bijdrageplicht van HDI (zie 4.1 sub c).
- Onder V, VI en VII (nrs. 4.87 tot en met 4.92) beslist de rechtbank achtereenvolgens over de door Allianz c.s. gevorderde vergoeding van de kosten van Lengkeek, de gevorderde wettelijke rente en de proceskosten.
“100% Netherlands C.I.S Ltd. on behalf of HDI-Gerling Verzekeringen N.V.”.100% Netherlands C.I.S. Ltd. is (thans) de buitenlandse vennootschap Netherlands C.I.S. Ltd, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk (hierna: NCIS).
De besloten vennootschapCentral Mudpland and Fluid Services B.V.(…)
De besloten vennootschapTéCéDé Holding B.V.(…)
De besloten vennootschap (…)[B.V. I](…)
De naamloze vennootschap naar Belgisch rechtAllianz Benelux N.V.(…); te dezen mede handelende als leidende verzekeraar op de AVB polis met polisnummer (…) en uit dien hoofde tevens handelende namens de volgende verzekeraar(s) op die polis; en
De naamloze vennootschapHDI-Gerling Verzekeringen N.V.(…) te dezen mede handelend als leidende verzekeraar op de brand- bedrijfsschadepolis met polisnummer (…) en uit dien hoofde tevens handelende namens de volgende verzekeraar(s) op die polis;
Deze Vaststellingsovereenkomst heeft betrekking op alle geschillen (in breedste zin) tussen Partijen en alle vorderingen van Partijen op elkaar verband houdende met, of voortvloeiende uit de brand van 7 november 2012 (…).
Onder de voorwaarden zoals vastgelegd in deze Vaststellingsovereenkomst, betaalt Allianz aan HDI een totaalbedrag van € 250.000 (…)
Nadat Allianz aan haar in artikel 2 van deze Vaststellingsovereenkomst omschreven betalingsverplichting jegens HDI heeft voldaan verlenen Partijen elkaar over en weer onmiddellijk volledige, finale en onherroepelijke kwijting (zowel civiel- straf- en tuchtrechtelijk) ten aanzien van al hetgeen zij over en weer van elkaar te vorderen hebben of menen te hebben in verband met, of voortvloeiende uit het in artikel 1 van deze Vaststellingsovereenkomst omschreven onderwerp. Daarbij doen Partijen tevens afstand van alle rechten die zij al dan niet ten opzichte van elkaar ter zake geldend zouden kunnen maken. Het voorgaande geldt ongeacht of dergelijke aanspraken op het moment van ondertekenen van deze Vaststellingsovereenkomst bij één of meerdere Partijen bekend zijn of kunnen zijn.
Partijen hebben na uitvoering van deze Vaststellingsovereenkomst over en weer niets meer van elkaar te vorderen met betrekking tot het in artikel 1 omschreven onderwerp van deze Vaststellingsovereenkomst.
Partijen doen afstand van het recht om, in of buiten rechte, deze Vaststellingsovereenkomst te ontbinden, deze Vaststellingsovereenkomst te vernietigen of anderszins het met deze Vaststellingsovereenkomst beoogde effect aan te tasten; slechts nakoming kan worden gevorderd.”
allevorderingen die verband houden met de brand bij TéCéDé. HDI heeft daarnaast gesteld dat zij erop heeft vertrouwd dat zij met het sluiten van de vaststellingsovereenkomst van alle claims in verband met de brand af was. Als Allianz c.s. had gewild dat HDI (als CAR-verzekeraar van [B.V. I]) zou bijdragen in een deel van het bedrag dat zij (als brandverzekeraar van TéCéDé) ontving, dan had Allianz c.s. dat volgens HDI tijdens de onderhandelingen die leidden tot de vaststellingsovereenkomst duidelijk kenbaar moeten maken.
“alle geschillen (in de breedste zin) tussen partijen en alle vorderingen van partijen op elkaar verband houdende met, of voortvloeiende uit de brand van 7 november 2012”.In artikel 3 lid 1 is bepaald dat partijen elkaar na betaling door Allianz c.s. van het overeengekomen bedrag van € 250.000 aan HDI
“over en weer onmiddellijke volledige, finale en onherroepelijke kwijting (zowel civiel, straf- en tuchtrechtelijk) verlenen ten aanzien van al hetgeen zij over en weer van elkaar te vorderen hebben of menen te hebben in verband met, of voortvloeiende uit het in artikel 1 van de vaststellingsovereenkomst omschreven onderwerp. Daarbij doen partijen tevens afstand van alle rechten die zij al dan niet ten opzichte van elkaar geldend zouden kunnen maken”.In artikel 3 lid 2 is daaraan nog toegevoegd dat partijen
‘na uitvoering van deze vaststellingsovereenkomst over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben met betrekking tot het in artikel 1 omschreven onderwerp van deze vaststellingsovereenkomst.”
1.Omschrijving van de verzekerde objecten
2.Omschrijving van de dekking
(…)
9.Omschrijving van de dekking
- dat de AVB en CAR-verzekering in dit geval gezamenlijk zijn aangeboden aan de leden van Bouwend Nederland;
- dat de dekking van de beide verzekeringen op elkaar is afgestemd om te voorkomen dat verzekeringnemers onverzekerd of dubbel verzekerd zouden zijn;
- dat de door Allianz c.s. gestelde samenloop nooit eerder onderwerp van discussie is geweest;
- dat toewijzing van de vorderingen van Allianz c.s. grote gevolgen zou hebben voor de premies van de CAR-verzekering, omdat bij de premiestelling geen rekening is gehouden met dekking van het aansprakelijkheidsrisico; en
- dat het bestaan van samenloop de aard en het karakter van de CAR-verzekering op losse schroeven zou zetten.
- artikel 11.1 van de AVB-polisvoorwaarden bevat een “zachte na-u-clausule”;
- artikel 11.3 van de AVB-polisvoorwaarden bevat een “voorwaardelijke voor-u-clausule”;
- artikel 13.1 van de CAR-polisvoorwaarden bevat een “voor-u-clausule” die geldt voor sectie I;
- artikel 13.2 van de CAR-polisvoorwaarden bevat een “zachte na-u-clausule” voor sectie III;
- als is voldaan aan de voorwaarde van artikel 11.3 van de AVB-polisvoorwaarden, dan kan Allianz c.s. zich niet verhalen op HDI;
- als wel is voldaan aan de voorwaarde van artikel 11.3 van de AVB-polisvoorwaarden, dan geldt het volgende:
- als de schade van TéCéDé valt onder sectie I van de CAR-verzekering, dan moet deze op grond van artikel 13.1 van de CAR-polisvoorwaarden volledig worden gedragen door HDI;
- als de schade van TéCéDé valt onder sectie III van de CAR-verzekering, dan vallen artikel 11.1 van de AVB-polisvoorwaarden en artikel 13.2 van de CAR-polisvoorwaarden tegen elkaar weg en moet op de voet van artikel 7:961 lid 3 BW worden bepaald welke partij welk deel van de schade voor zijn rekening moet nemen.
- De rubriek van de CAR-verzekering die “het werk” betreft, omvat het project zelf. Dit kan zijn een nieuwbouw-, herbouw- of renovatieproject. Tijdens de bouwtermijn is de materiële schade aan het te bouwen object verzekerd, ongeacht de oorzaak en inclusief de eventuele gevolgen van een eigen gebrek. Wat onder “het werk” valt, volgt uit de polis en het bestek. Over het algemeen staat op het polisblad een specifiek werk omschreven met een verwijzing naar het bestek voor dat werk.
- CAR-verzekeringen bieden veelal ook de mogelijkheid om aansprakelijkheid mee te verzekeren. Die rubriek regelt dan de financiële gevolgen van de aansprakelijkheid van de verzekerden tegenover derden en tegenover elkaar. Als er een goede aansprakelijkheidsverzekering is afgesloten, waarbij alle bij de bouw betrokken partijen zijn meeverzekerd, is het veelal niet nodig om de rubriek aansprakelijkheid mee te verzekeren op de CAR-verzekering. Omdat (deze vorm van) aansprakelijkheid niet is verzekerd onder de CAR-verzekering van [B.V. I], besteedt de rechtbank aan de rubriek aansprakelijkheid verder geen aandacht.
- Bestaande eigendommen van de opdrachtgever zijn niet verzekerd onder de rubriek “het werk”, omdat daarmee het te bouwen object wordt bedoeld. De eigendommen vallen ook niet zonder meer onder de rubriek “aansprakelijkheid”, omdat daarin veelal een uitsluiting is opgenomen voor goederen die de verzekerde ter bewerking onder zich heeft (de zogenoemde opzichtclausule). Als men het risico van zaakbeschadiging van eigendommen van de opdrachtgever toch wil verzekeren, dan kan dit door middel van de rubriek “eigendommen van de opdrachtgever”. In verband met het voorgaande is deze rubriek vooral van belang bij verbouwingen en renovaties.
- Sectie I, “het werk”, omvat blijkens artikel 1.1 van de polisvoorwaarden
- Sectie III, “eigendommen van opdrachtgever en gebruikers” dekt blijkens artikel 9.1 van de polisvoorwaarden
naar evenredigheid van de bedragen waarvoor een ieder afzonderlijk kan worden aangesproken”.Over de vraag wat wordt bedoeld met “naar evenredigheid”, wordt in de Memorie van Toelichting bij artikel 7:961 BW het volgende opgemerkt:
- Aandeel Allianz: € 248.500 / € 496.000 x € 250.000 = € 125.252
- Aandeel HDI: € 247.500 / € 496.000 x € 250.000 = € 124.748.
- Aandeel Allianz: € 4.998.5000 / € 5.996.000 x € 250.000 = € 208.410
- Aandeel HDI: € 977.500 / € 5.996.000 x € 250.000 = € 41.590.
“dat de maatstaf daarbij niet, zoals in het voorontwerp, de verzekerde sommen (zijn),maarde bedragen waarvoor een ieder kan worden aangesproken”.Het gebruik van het woord “maar” duidt er naar het oordeel van de rechtbank op, dat de maatstaf van de verzekerde som geheel is verlaten.