ECLI:NL:RBDHA:2020:3365
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.M.M. Engbers
- B.M. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met verstandelijke handicap en psychische stoornissen
Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1999, die lijdt aan een verstandelijke handicap en psychische stoornissen. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 19 maart 2020, waarin werd verzocht om een machtiging voor de duur van twee jaar op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die momenteel verblijft in een zorginstelling, heeft een autismespectrumstoornis (ASS) in combinatie met ADHD en functioneert op zwakbegaafd intelligentieniveau. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt kwetsbaar is en risico loopt op negatieve invloeden, waaronder onveilige seksuele contacten en drugsgebruik.
Tijdens de mondelinge behandeling op 2 april 2020 is gebleken dat er geen verweer is gevoerd tegen het verzoek. De rechtbank heeft de noodzaak van opname en verblijf onderbouwd door te verwijzen naar de ernstige risico's die de cliënt loopt door haar psychische en verstandelijke beperkingen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Daarom heeft de rechtbank besloten om de machtiging te verlenen, maar voor een kortere termijn van zes maanden in plaats van de door het CIZ verzochte twee jaar.
De beschikking is gegeven door rechter E.M.M. Engbers, bijgestaan door griffier B.M. van Leeuwen, en is uitgesproken tijdens een openbare zitting. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 6 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.