ECLI:NL:RBDHA:2020:3365

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
C/09/590294 / FA RK 20-1686
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met verstandelijke handicap en psychische stoornissen

Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1999, die lijdt aan een verstandelijke handicap en psychische stoornissen. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 19 maart 2020, waarin werd verzocht om een machtiging voor de duur van twee jaar op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die momenteel verblijft in een zorginstelling, heeft een autismespectrumstoornis (ASS) in combinatie met ADHD en functioneert op zwakbegaafd intelligentieniveau. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt kwetsbaar is en risico loopt op negatieve invloeden, waaronder onveilige seksuele contacten en drugsgebruik.

Tijdens de mondelinge behandeling op 2 april 2020 is gebleken dat er geen verweer is gevoerd tegen het verzoek. De rechtbank heeft de noodzaak van opname en verblijf onderbouwd door te verwijzen naar de ernstige risico's die de cliënt loopt door haar psychische en verstandelijke beperkingen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Daarom heeft de rechtbank besloten om de machtiging te verlenen, maar voor een kortere termijn van zes maanden in plaats van de door het CIZ verzochte twee jaar.

De beschikking is gegeven door rechter E.M.M. Engbers, bijgestaan door griffier B.M. van Leeuwen, en is uitgesproken tijdens een openbare zitting. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 6 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/590294 / FA RK 20-1686
Datum beschikking: 02 april 2020

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf

Beschikkingnaar aanleiding van het op 19 maart 2020 door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van twee jaar als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

[de vrouw] ,

hierna te noemen: cliënt,
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. M. van Olffen te Nootdorp.

Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van
10 oktober 2017;
- een aanvraag voor een rechterlijke machtiging aan het CIZ van 12 maart 2020;
- een zorgplan van 7 november 2019;
- een op 3 februari 2020 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige [arts] , die cliënt met het oog op de machtiging kort te voren heeft onderzocht, maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een verklaring van de accommodatie waarin cliënt is opgenomen van 24 februari 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 02 april 2020.
Vanwege de sluiting van de rechtbank in verband met de maatregelen rond het coronavirus zijn de volgende personen (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) gelijktijdig telefonisch door de rechtbank gehoord:
- de cliënt,
- de advocaat,
- de [psycholoog] .

Feiten

Bij beschikking van 1 juli 2019 is voor cliënt een machtiging tot voortgezet verblijf in een inrichting voor verstandelijk gehandicapten verleend tot en met 22 mei 2020.

Standpunten ter zitting

Tegen het verzochte is geen verweer gevoerd.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat cliënt een verstandelijke handicap heeft die gepaard gaat met een psychische stoornis of psychische stoornissen. Er is bij haar sprake van een autismespectrumstoornis (ASS), in combinatie met ADHD en een sterk disharmonisch intelligentieprofiel. Vastgesteld is dat zij functioneert op zwakbegaafd intelligentieniveau.
Deze verstandelijke handicap die gepaard gaat met een psychische stoornis of stoornissen leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit:
- ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van de cliënt of een ander;
- bedreiging van de veiligheid van de cliënt al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt. Cliënt is door haar problematiek beïnvloedbaar en kwetsbaar waardoor zij terecht kan komen in een risicovolle omgeving. Zij kan in handen vallen van negatieve contacten die haar gebruiken voor onvrijwillige en onveilige seks en haar in aanraking laten komen met alcohol en drugs.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Cliënt moet kunnen worden beschermd tegen de risico’s van haar kwetsbaarheid en beïnvloedbaarheid. Cliënt heeft stappen vooruit gezet en stelt zich begeleid baar op, maar heeft soms nog wel de drang om zich te onttrekken aan de zorg van de inrichting en de negatieve contacten weer op te zoeken.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf, hetgeen tot uiting komt in het zich soms onttrekken aan de afspraken en begeleiding die zijn gemaakt om te voorkomen dat zich in onveilige situaties begeeft.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd.
De rechtbank zal de machtiging, in afwijking van de door het CIZ verzochte termijn van twee jaar, verlenen voor de voor een eerste rechterlijke machtiging tot opname en verblijf gebruikelijke duur van zes maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van:

[de vrouw] ,

geboren op [geboortedag] 1999, [geboorteplaats] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 2 oktober 2020,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr E.M.M. Engbers, rechter, bijgestaan door mr. B.M. van Leeuwen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 02 april 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 06 april 2020
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.