ECLI:NL:RBDHA:2020:3367
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.M.M. Engbers
- B.M. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 april 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een rechterlijke machtiging voor opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1945. Het verzoek was ingediend op 19 maart 2020 en betrof een machtiging voor de duur van vijf jaar, zoals bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, is momenteel opgenomen in een zorginstelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt zich verzet tegen de opname, maar dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, in afwijking van de door het CIZ verzochte termijn van twee jaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de opname noodzakelijk is om ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang te voorkomen, en dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De beschikking is uitgesproken ter openbare zitting en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 6 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.