ECLI:NL:RBDHA:2020:4120

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
7 mei 2020
Zaaknummer
NL20.5226
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2020 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege kan blijven, omdat partijen hebben aangegeven geen gebruik te willen maken van hun recht om ter zitting te worden gehoord. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek gesloten op 29 april 2020.

De voorzieningenrechter overweegt dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is zolang de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de zaak met zaaknummer NL20.5225, is een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.C. Michon, in aanwezigheid van griffier mr. K.S. Smits. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.5226

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.M.A.F.C. Lienaerts),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: M.M.E. Disselkamp).

Procesverloop

Bij besluit van 25 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege kan blijven, omdat partijen – al dan niet expliciet – hebben aangegeven geen gebruik te willen maken van hun recht ter zitting te worden gehoord. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek gesloten op 29 april 2020.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1992] . Volgens verweerder is verzoeker onder meerdere aliassen bekend.
2. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.5225, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
zaaknummer: NL20.5226 2

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.C. Michon, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. K.S. Smits, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
zaaknummer: NL20.5226 3
Deze uitspraak is gedaan en bekendgemaakt op:
06 mei 2020
Mr. L.C. Michon
Rechter
Rechtbank Midden-Nederland
K.S. Smits
Griffier
Rechtbank Midden-Nederland

Documentcode: [documentnummer]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.