ECLI:NL:RBDHA:2020:4307
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand en de gevolgen van buitenbehandelingstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 mei 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas. De eiser had in het verleden meerdere aanvragen om bijstand ingediend, waarvan er twee buiten behandeling zijn gesteld. De eiser heeft op 12 mei 2019 een nieuwe aanvraag ingediend, die door de verweerder is afgewezen. Na bezwaar heeft de verweerder de aanvraag alsnog gegrond verklaard, maar de bijstand is pas toegekend met ingang van 12 mei 2019. De eiser heeft betoogd dat hij recht heeft op bijstand met terugwerkende kracht vanaf 20 februari 2019, de datum van zijn eerste aanvraag. De rechtbank heeft overwogen dat de eerdere buitenbehandelingstellingen geen afwijzingen zijn en dat de aanvraag van 12 mei 2019 niet als een herhaalde aanvraag kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder het juiste toetsingskader heeft toegepast en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn aangevoerd die rechtvaardigen dat bijstand met terugwerkende kracht wordt verleend. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in het kader van de maatregelen rondom het coronavirus, waardoor deze nog niet op een openbare zitting is uitgesproken.