ECLI:NL:RBDHA:2020:4309

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
15 mei 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 7992 B
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake verzoek om versnelde behandeling van beroep tegen intrekking persoonsgebonden budget

Op 12 mei 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een tussenbeslissing genomen op het verzoek van verzoekster om versnelde behandeling van haar beroep tegen de intrekking van haar persoonsgebonden budget door het Zorgkantoor. Het Zorgkantoor had op 14 september 2019 besloten om het persoonsgebonden budget per 1 januari 2019 in te trekken, en dit besluit werd op 29 oktober 2019 door het Zorgkantoor ongegrond verklaard. Verzoekster heeft op 9 december 2019 beroep ingesteld tegen dit besluit en heeft op 22 april 2020 de rechtbank verzocht om het beroep versneld te behandelen.

De rechtbank overweegt dat de bestuursrechter kan bepalen dat een zaak versneld wordt behandeld indien deze spoedeisend is, zoals vermeld in artikel 8:52, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoekster heeft aangevoerd dat zij door het nog niet in behandeling nemen van haar beroepschrift geen gebruik kan maken van de noodzakelijke hulpverlening. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen sprake is van een spoedeisende situatie. Uit het besluit van 29 oktober 2019 blijkt dat verzoekster zorg in natura kan ontvangen van een zorgverlener met wie het Zorgkantoor een contract heeft. Dit betekent dat verzoekster niet verstoken zal blijven van de noodzakelijke zorg, ook al verkiest zij deze zorg in de vorm van een persoonsgebonden budget.

De rechtbank heeft daarom het verzoek om versnelde behandeling afgewezen. Deze tussenbeslissing is gedaan door mr. E.M.M. Kettenis-de Bruin, rechter, in aanwezigheid van mr. W. Goederee, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de tussenbeslissing niet op een openbare zitting uitgesproken, maar zal deze later alsnog worden gepubliceerd op de website van de rechtspraak. Tegen deze tussenbeslissing staat geen (zelfstandig) rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 19/7992 B

tussenbeslissing van de enkelvoudige kamer van 12 mei 2020 op het verzoek van:

[verzoekster] , verzoekster,

(gemachtigde: [A] )
om versnelde behandeling van het beroep met registratienummer SGR 19/7992, zoals bedoeld in artikel 8:52, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Procesverloop

Bij besluit van 14 september 2019 heeft het Zorgkantoor het aan verzoekster verleende persoonsgebonden budget per 1 januari 2019 ingetrokken.
Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft het Zorgkantoor het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft op 9 december 2019 beroep ingesteld tegen het besluit van 29 oktober 2019.
Verzoekster heeft op 22 april 2020 de rechtbank verzocht om het beroep versneld te behandelen.

Overwegingen

1. De bestuursrechter kan, indien de zaak spoedeisend is, bepalen dat deze versneld wordt behandeld. Dat staat in artikel 8:52, eerste lid, van de Awb.
2. Verzoekster heeft aangevoerd dat zij doordat het beroepschrift nog niet in behandeling is genomen, nog altijd geen gebruik kan maken van de voor haar noodzakelijke hulpverlening.
3. De rechtbank is niet gebleken dat sprake is van een spoedeisende zaak als bedoeld in artikel 8:52, eerste lid, van de Awb. Uit het besluit van 29 oktober 2019 komt naar voren dat verzoekster zorg in natura geleverd kan krijgen door een zorgverlener waar het Zorgkantoor een contract mee heeft gesloten. Verzoekster zal dus niet verstoken hoeven te zijn van de voor haar noodzakelijke zorg. Dat verzoekster die zorg liever in de vorm van een persoonsgebonden budget krijgt, maakt het voorgaande niet anders.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om versnelde behandeling af.
Deze tussenbeslissing is gedaan op 12 mei 2020 door mr. E.M.M. Kettenis-de Bruin, rechter, in aanwezigheid van mr. W. Goederee, griffier. Als gevolg van de maatregelen rondom het Coronavirus is deze tussenbeslissing nu niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze tussenbeslissing wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
de griffier is verhinderd deze
tussenbeslissing te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Tegen deze tussenbeslissing staat geen (zelfstandig) rechtsmiddel open.