ECLI:NL:RBDHA:2020:4682
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Servische homoseksueel op grond van ongeloofwaardige geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 mei 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Servische eiser die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De eiser, die stelt homoseksueel te zijn, heeft eerder een aanvraag ingediend op basis van discriminatie vanwege zijn Roma-ethniciteit, maar deze werd ook afgewezen. In zijn tweede aanvraag voerde hij aan dat hij in Servië te maken heeft met discriminatie vanwege zijn seksuele geaardheid en dat hij bedreigd is vanwege zijn deelname aan een demonstratie. De rechtbank heeft de verklaringen van de eiser over zijn homoseksualiteit als ongeloofwaardig beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de eiser onvoldoende onderbouwd had dat hij psychische problemen had die hem belemmerden in zijn verklaringen. Ook werd opgemerkt dat de eiser tegenstrijdige verklaringen had afgelegd over zijn seksuele voorkeuren. De rechtbank concludeerde dat Servië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt en dat de aanvraag van de eiser niet ten onrechte als kennelijk ongegrond is afgewezen. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard.