ECLI:NL:RBDHA:2020:5198

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juni 2020
Publicatiedatum
11 juni 2020
Zaaknummer
09/807415-19; 09/177796-19 (ttz gev); 09/837174-20 (ttz gev)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 22-jarige man voor gewoontewitwassen van auto’s en wapenhandel

Op 12 juni 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een 22-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en 6 maanden voor het medeplegen van gewoontewitwassen van auto’s en wapenhandel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte betrokken was bij de handel in zeer gevaarlijke wapens en het witwassen van auto’s, die vaak gebruikt werden voor criminele activiteiten. Een van de witgewassen auto’s werd drie dagen na de transactie gebruikt bij een poging tot liquidatie in Zwolle, wat de ernst van de feiten onderstreept. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder het voorhanden hebben van vuurwapens zonder erkenning en het witwassen van gestolen voertuigen. De verdachte had geen wapenverlof en handelde in strijd met de Wet wapens en munitie. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en een zware straf opgelegd, gezien de impact van de daden op de samenleving en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die schade had geleden door de daden van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/807415-19; 09/177796-19 (ttz gev); 09/837174-20 (ttz gev)
Datum uitspraak: 12 juni 2020
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 3 maart 2020 en 29 mei 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. de Jonge en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. H. Oldenhof naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan:
dagvaarding I met parketnummer 09/177796-19:
het medeplegen van het voorhanden van een gas/alarmpistool, zijnde een wapen in de zin van categorie III Wet Wapens en Munitie;
dagvaarding II met parketnummer 09/807415-19:
het medeplegen van het zonder erkenning handelen in de periode 1 januari 2019 tot en met 19 november 2019 te ’s-Gravenhage/elders in Nederland van wapens in de zin van:
- een machinepistool ( Zastava ), zijnde een wapen in de zin van categorie II sub 2 van de Wet Wapens en Munitie;
- een gas/alarmpistool ( Zoraki ), zijnde een wapen in de zin van categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie;
Een pistool ( Glock ), zijnde een wapen in de zin van categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie;
- een alarmrevolver ( Rohm ), zijnde een wapen in de zin van categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie;
dagvaarding III met parketnummer 09/837174-20:
feit 1 primair:
het in vereniging witwassen in de periode van 28 juni 2019 tot en met 10 november 2019 in Nederland/Duitsland van:
- een [auto] met kenteken [kenteken] , met de valse kentekenplaat [kenteken] ;
- een [auto] met kenteken [kenteken] ;
- een [auto] met kenteken [kenteken] ;
- een [auto] met kenteken [kenteken] ;
feit 1 subsidiair:
diefstal in vereniging in de periode van 28 juni 2019 tot en met 10 november 2019 van de bij het primaire feit genoemde auto’s/kentekenplaten;
feit 2
primair: diefstal in vereniging op 1 november 2019 te Nederland/Duitsland van een [auto] met kenteken [kenteken]
subsidiair: medeplichtigheid aan diefstal in verenging op 1 november 2019 te Nederland/Duitsland van een [auto] met kenteken [kenteken] ;
meer subsidiair: verduistering in vereniging op 1 november 2019 te Nederland/Duitsland van een [auto] met kenteken [kenteken] ;
meer subsidiair: medeplichtigheid aan verduistering op 1 november 2019 te Nederland/Duitsland van een [auto] met kenteken [kenteken] ;
feit 3:
het in vereniging voorhanden hebben van vuurwerk, te weten een mortierbom, behorend tot de lijst III van het Vuurwerkbesluit.
De tekst van de integrale tenlastelegging inclusief wijziging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van feit 2 op de dagvaarding met parketnummer 09/837174-20 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat kan worden bewezen dat de verdachte de [auto] in vereniging heeft verduisterd en daarom het meer subsidiaire bewezen dient te worden verklaard.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft voor alle ten laste gelegde feiten vrijspraak bepleit. Op specifieke verweren zal de rechtbank hierna – voor zover relevant – nader ingaan.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Verweer bewijsuitsluiting
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de resultaten uit het onderzoek naar de in beslag genomen telefoons van de verdachte niet voor het bewijs mogen worden gebruikt. Door het uitlezen van de telefoons is een volledig inzicht ontstaan in het persoonlijke leven van de verdachte en dit levert een schending op van artikel 8 van het EVRM. De grondslag voor het onderzoek ontbrak waarmee zijn recht op een eerlijk proces is geschonden.
Uit de stukken in het dossier maakt de rechtbank op dat het onderzoek aan de telefoons van de verdachte niet beperkt is gebleven tot het enkel raadplegen van een gering aantal bepaalde gegevens. De rechtbank concludeert dat door het onderzoek in deze telefoons een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de verdachte. Hierdoor is sprake van een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte. De vraag is of de politie heeft gehandeld met toestemming van de officier van justitie of de rechter-commissaris bij het doorzoeken van de telefoons, hetgeen vereist is bij een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker van de telefoons. De rechtbank stelt vast dat naar de data van drie telefoons onderzoek is gedaan en overweegt als volgt.
Ten aanzien van de [telefoon] met imei-nummer […]
In het proces-verbaal van bevindingen op pagina 32 van het zaaksdossier is door de verbalisant gerelateerd dat de [telefoon] , onder de verdachte in beslag genomen op 23 juli 2019, met toestemming van de officier van justitie in beslag is genomen en uitgelezen.
De rechtbank is van oordeel dat hieruit blijkt dat met toestemming van de officier van justitie – en dus rechtmatig – onderzoek is verricht naar de data in de telefoon van de verdachte. Van een vormverzuim is dan ook geen sprake.
Ten aanzien van de [telefoon] met imei-nummer […] en de [telefoon] met imei-nummer […]
Op 19 november 2019 zijn een [telefoon] en een [telefoon] tijdens de doorzoeking in de woning van de verdachte onder hem in beslag genomen. Uit de aanvraag van doorzoeking op pagina 66 van het zaaksdossier blijkt dat toestemming is gevraagd om gegevensdragers te zoeken naar aanleiding van de verdenkingen tegen de verdachte. Deze vordering is zoals blijkt uit de beschikking op pagina 70 van het zaaksdossier door de rechter-commissaris toegewezen. Blijkens het proces-verbaal op pagina 76 van het zaaksdossier vond de doorzoeking plaats onder leiding van de rechter-commissaris, onder wiens toestemming beslag is gelegd op de twee telefoons.
De rechtbank is van oordeel dat hieruit blijkt dat met toestemming van de rechter-commissaris – en dus rechtmatig – onderzoek is verricht naar de data in de telefoons van de verdachte, nu uit de toestemming van de rechter-commissaris om gegevensdragers te zoeken naar het oordeel van de rechtbank impliciet de toestemming volgt om onderzoek te verrichten naar deze inhoud van deze gegevensdragers, in dit geval de onder toezicht van de rechter-commissaris in beslag genomen telefoons. Van een vormverzuim is dan ook geen sprake.
Gelet op het voorgaande wordt het verweer van de raadsvrouw tot bewijsuitsluiting verworpen.
Ten aanzien van dagvaarding I
Bewijsmiddelen
Op
22 juli 2019 omstreeks 18:41 uur kreeg de politie een melding dat op de [adres] te Den Haag de inzittenden van een auto, een rode [auto] met [kenteken] , zich vermoedelijk bezighielden met handel in verdovende middelen. Ter plaatse zagen de verbalisanten omstreeks 18.45 uur vijf mannen in de [auto] zitten en wegrijden. Nadat verbalisanten de auto vervolgens een stopteken gaven, reed de [auto] met hoge snelheid door, waarna door de politie achtervolging werd ingezet. Op de [adres] ter hoogte van nummer 75 stapten aan beide zijden van de [auto] twee mannen uit, waarna de [auto] vervolgens weer doorreed. De [auto] kwam even later in botsing met een stilstaande auto, waarop de resterende drie inzittenden uit het voertuig kwamen en wegrenden. Twee personen die uit de bijrijderskant van de [auto] stapten, renden in de richting van de [adres] . Tijdens de achtervolging werd de verbalisant door een voor hem onbekend gebleven persoon in de richting gewezen van de [adres] , waarbij deze persoon zei ‘hij is daarheen gerend’. De verbalisant trof vervolgens in die straat, als enig aanwezige persoon, de verdachte aan, die van hem wegliep. Het was de verbalisant ambtshalve bekend dat de verdachte veelvuldig omgaat met de aangehouden bestuurder van de [auto] . [2]
Omstreeks 19:40 uur wordt door een verbalisant ter hoogte van de [adres] een vuurwapen achter een witte auto op de grond aangetroffen. [3]
De beelden van een camera die is gericht op [adres] in Den Haag zijn bekeken door een verbalisant. Op die camerabeelden is gezien dat vanuit de rode [auto] met [kenteken] om 18:52 uur een donkerkleurig voorwerp wordt gegooid tegen een witte geparkeerde auto. Het aangetroffen vuurwapen lag op exact dezelfde plek waar het donkergekleurde voorwerp dat uit de auto werd gegooid terecht kwam. [4]
Het aangetroffen wapen is onderzocht en omschreven als een omgebouwd gas-alarmpistool van het merk [naam 2] , een vuurwapen vallend in categorie III van de Wet Wapens en Munitie. [5]
Naar het aangetroffen wapen is op 14 oktober 2019 vergelijkend DNA onderzoek verricht. In het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut zijn de volgende conclusies vermeld:
  • op de randen, aanbrenger en bovendeel binnenin het patroonmagazijn is een afgeleid DNA-hoofdprofiel aangetroffen dat overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte;
  • op de ruwe delen, randen en ribbels van de buitenzijde van het pistool is een DNA-mengprofiel van vier personen aangetroffen;
  • op de voorkant van het pistool en aan de binnenzijde van de loop tot ongeveer halverwege is een DNA-mengprofiel aangetroffen dat overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte en minimaal één onbekend persoon.
Conclusie van de rechtbank
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de verdachte het gas-alarmpistool voorhanden heeft gehad.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de resultaten van het DNA onderzoek niet kunnen worden gebruikt als bewijs. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het DNA van de verdachte mogelijk door middel van het in de auto rondzwevend huidepitheel op en in het wapen terecht is gekomen. Daarnaast heeft zij betoogd dat de bemonsteringen niet zo spoedig mogelijk aan het NFI zijn toegezonden, waardoor contaminatie niet kan worden uitgesloten.
De rechtbank overweegt als volgt. Blijkens het NFI rapport zijn op het wapen sporen aangetroffen waarvan het DNA-profiel overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte. Dat dit celmateriaal van de verdachte via rondzwevend huidepitheel op het wapen en binnenin het wapen terecht is gekomen en daar tot het onderzoek op is blijven zitten, acht de rechtbank niet aannemelijk gelet op de plaats van die sporen. De rechtbank ziet voorts geen aanwijzingen in het dossier dat contaminatie kan hebben plaatsgevonden tussen het moment van aantreffen van het wapen en het DNA onderzoek. Dit standpunt van de raadsvrouw is voorts ook niet onderbouwd, waardoor de rechtbank hieraan voorbij zal gaan.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat de verdachte één van de personen betreft die is gevlucht uit de [auto] tijdens de achtervolging door de politie. De verbalisant trof vrijwel direct na het op de vlucht slaan van de inzittende de verdachte aan als enige persoon aanwezig tijdens de achtervolging in de [adres] , nadat een voorbijganger hem in die richting wees. Bovendien is op het omgebouwde gas-alarmpistool, die tijdens de achtervolging uit de auto werd gegooid, bij de verdachte passende DNA-sporen aangetroffen. Nu deze sporen zowel op het pistool als in de loop van het pistool zijn aangetroffen, is het naar het oordeel van de rechtbank niet relevant of de verdachte het pistool uit het raam van de [auto] heeft gegooid. Uit de aangetroffen sporen op en in het pistool leidt de rechtbank af dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het pistool en dat hij hier beschikkingsmacht over had. In de gezamenlijke vlucht ziet de rechtbank aanwijzingen voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de andere inzittenden van de [auto] . De verdachte heeft derhalve naar het oordeel van de rechtbank zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van een gas-alarmpistool.
Ten aanzien van dagvaarding II
Bewijsmiddelen
Naar aanleiding van de aanhouding van de verdachte op 23 juli 2019 is onderzoek gedaan naar de [telefoon] , die bij de insluitingsfouillering bij de verdachte is aangetroffen. Op deze telefoon stonden meerdere afbeeldingen van de verdachte. [7] Op de telefoon zijn [adres] -gesprekken aangetroffen, waarin foto’s van wapens zijn ontvangen en verzonden. Bij deze afbeeldingen zijn de gesprekken uitgewerkt. De verbalisant werkzaam als materiedeskundige wapens, munitie en explosieven heeft onderzoek ingesteld in verband met de op de foto’s afgebeelde wapens. De volgende bevindingen zijn – kort samengevat - gedaan.
Op 20 juni 2019 is een foto van een wapen naar het nummer van de telefoon van de verdachte gestuurd. Dit wapen betrof een Zastava 84, behorend tot categorie II. [8] Bij deze foto werd het volgende gesprek gevoerd (waarbij het nummer […] is gekoppeld aan de verdachte):
[…] -21:35:32 bel hun
[…] -21:35:33 jaa
[…] -21:35:33 Aub
[…] - 21:35:35 ik bel nu
[…] -21:57:15 hewa ki
[…] - 21:57:25 hij is naast mij
[…] - 21:58:10 hij zegt is laat neef morgen vroeg ken alles geregeld worden
[…] -21:59:09 Hoelaat
[…] - 21:59:23 want die jongen is morgen aan het werk
[…] -21:59:29 zegt hij
[…] -21:59:42 tot hoelaat
[…] - 21:59:44 hij wil alles in een keer zien
[…] -22:04:16 ?
[…] - 22:06:10 ken niet alles in 1x is niet van de zelfe man
[…] - 22:06:20 hij reageert traag man
[…] - 22:06:26 ja welke kan hij kijken dan
[…] - 22:06:42 welke hij wil neef
[…] - 22:06:47 maar hij moet me df tijd zegge
[…] -22:06:52 die van die skor
[…] - 22:07:05 wat zullen we doen 3uur
[…] - 22:07:27 doe 5uur so dan koet wel lukkeb
[…] - 22:07:37 ja maar kn die mannetje van jou
[…] - 22:07:48 moet zeker zijn wil niet voor saus die mensen brengen
[…] - 22:07:52 jaa moet wel hij moet ff reagere
[…] - 22:07:59 dan ken ik jou zeggr
[…] - 22:08:03 hij reageet traag
[…] -22:08:12 […] push Em
[…] - 22:08:17 Dan laat ik hem gaan
[…] - 22:08:24 Bel ik em avond wet
[…] - 22:09:12 jaa sws neefwollah komt geod ik regel het [9]
Op 4 juli 2019 zijn drie foto’s van een wapen vanaf het telefoonnummer van de verdachte verstuurd. Dit wapen betrof een Zoraki 906, een gas-alarmpistool of omgebouwd naar een scherp schietend wapen. [10] Na het sturen van deze foto werd het volgende gesprek gevoerd:
- […] - 11:51:42 1 Smaaier
- […] - 14:23:01 Pak em
- […] - 14:23:11 Dan kunnen we verder praten
- […] - 14:23:20 Ik ga die jongen niet laten wachten
- […] - 14:24:42 dat is gwn die ik hb
- […] - 14:24:46 ik laat hem die zien
- […] - 14:24:54 Ja dat zie ik
- […] - 14:25:02 Geen zin om heen en weer te gaan
- […] - 14:25:06 Als je em kan pakken pak
- […] - 14:25:20 Ik haal em over om gelijk
te payen
Op 8 juli 2019 werd een foto van een wapen verstuurd naar het telefoonnummer van de verdachte. Dit wapen betrof naar alle waarschijnlijkheid een scherp schietend pistool van het merk Glock . [11] Direct na het verzenden van de foto werden de volgende gesproken berichten in het Papiaments verzonden:
[…] -16:47:41 Awó (begroeting), sangre (bloed)! Kijk naar wat ik je ga zeggen!Je zei tegen mij dat de mensen dit ook kopen. Kijk wat ik je uitleg! Zeg tegen de mensen 39. Hoor je mij? Dus dan weet je dat! Figo (zeker/prima)!
[…] - 16:47:50 Se figo - vetaald ja prima
[…] -16:48:29 Ach nee, sangre! Dit is gaver dan gaaf! Dus je weet toch! Neem contact op met die mensen en kijk wat we hieraan kunnen eten. Ja toch! Zeg tegen hen 45 dan eten wij ook wat! Ja toch!
[…] -16:48:51 Je weet het al! Lange lades! Twee lange lades! Je weet toch van de dingen!
[…] -16:49:41
Ach nee, sangre! Dit is "real" (echt)! Niet die dingen die die mannen verkopen.
[…] -16:48:58
Aai figo vertaling Aai prima/zeker! [12]
Op 14 juli 2019 werd een foto van een wapen gestuurd naar het telefoonnummer van de verdachte. Dit wapen betrof een Röhm alarmrevolver, behorende tot categorie III. [13] Na het versturen van de foto volgde het volgende chatgesprek:
[…] - 00:16:27 nee man oss is klein man
[…] - 00:16:27 stuurt vervolgens nog een afbeelding van hetzelfde wapen
[…] - 00:16:52 wat voor merk is dat
[…] - 00:41:14 yoo ossis
[…] -01:35:12 Yo
[…] -01:35:43 nee kaa maa is al dixt
De verdachte heeft geen wapenverlof of erkenning om in wapens te handelen. [14]
In de telefoon van de verdachte zijn meer gesprekken over en foto van wapens aangetroffen, zo wordt in rapporten van deskundigen geconcludeerd, namelijk over en van de volgende wapens:
- een pistool van het merk Walther, type PK380; [15]
- een tot scherp schietend omgebouwd gas-/alarmpistool van het merk Zoraki , type 917T, een categorie III, onder 1 wapen; [16]
- een pistool van het merk CZ, model P-10S, een categorie III, onder 1 wapen; [17]
- een revolver van het merk Nagant, een categorie III, onder 1 wapen; [18]
- een pistool van het merk Walther, type P22. Een categorie III, onder 1 wapen; [19]
- een tot scherp schietend omgebouwd gas-/alarmpistool van het merk Zoraki , type 906, een categorie III, onder 1 wapen; [20]
- een tot scherp schietend omgebouwd gas-/alarmpistool van het merk BBM Bruni SRL, model 315, een categorie III, onder 1 wapen; [21]
- een pistool van het merk Walther, type P99, een categorie III, onder 1 wapen; [22]
- een pistool van het merk FNH pistole, model 27, een categorie III, onder 1 wapen; [23]
- een pistool van het merk FEG, type AP63, een categorie III, onder 1 wapen. [24]
Conclusie
Uit voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat de verdachte heeft onderhandeld over wapens en de prijzen en is van oordeel dat de verdachte de in de tenlastelegging genoemde wapens heeft verhandeld, zonder dat hij daar een erkenning voor had. Gelet op de hoeveelheid en de inhoud van de wapengerelateerde gesprekken, de hoeveelheid wapens en de lange periode waarin deze gesprekken hebben plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte van het verhandelen van de wapens een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
Ten aanzien van dagvaarding III feit 1 en feit 2
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van de [auto] met kenteken [kenteken] / [kenteken]
Op 28 juni 2019 is aangifte gedaan van diefstal van een [auto] met kenteken [kenteken] vanuit Zoetermeer. [25]
Op 6 augustus 2019 kreeg de politie een hit van het kentekenherkenningssyteem binnen op een [auto] met kenteken [kenteken] . Bij controle bleek dat op de bijrijdersstoel van deze auto de verdachte zat. [26] Uit onderzoek bleek dat dit voertuig de weggenomen [auto] met kenteken [kenteken] betrof. [27]
De te naam gestelde van het voertuig met kentekenplaat [kenteken] heeft verklaard dat het voertuig in de bedrijfsvoorraad stond en dat er niet mee werd gereden. Hieruit heeft de politie vastgesteld dat [auto] waarin de verdachte is aangetroffen rondreed met een duplicaatkenteken. [28]
Op de [telefoon] die onder de verdachte in beslag is genomen tijdens zijn aanhouding op 22 juli 2019 is een afbeelding van de [auto] met kenteken [kenteken] aangetroffen die op 28 juni 2019 om 01:10 uur is gemaakt in Rijswijk. Op 28 juni 2019 om 01:12 uur bezoekt de gebruiker van de telefoon de website van het RDW. Op deze website kunnen kentekens worden nagetrokken en kan worden gezien of een voertuig als gestolen staat gesignaleerd. Op 18 juni 2019 om 01:15 uur bezoekt de gebruiker van de telefoon de [internetsite] en zoekt naar het kenteken [kenteken] . [29]
Op 16 juli en 17 juli 2019 wordt op de telefoon op de [internetsite] gezocht op het kenteken [kenteken] . [30]
Ten aanzien van de [auto] met kenteken [kenteken]
Op 10 november 2019 omstreeks 05:00 uur trof de politie een [auto] met kenteken [kenteken] aan in Rijswijk. [31]
Op 10 november 2019 is aangifte gedaan van diefstal van een [auto] met kenteken [kenteken] vanuit Rotterdam. [32]
Aan de telecomgegevens van de [telefoon] die onder de verdachte in beslag is genomen op 19 november 2019 ziet de verbalisant dat de telefoon van de verdachte zich op de locatie van de diefstal van de [auto] en de locatie van het aantreffen van de [auto] door de politie heeft bevonden op 10 november 2019. [33]
Op de telefoon ziet de verbalisant voorts dat op 10 november 2019 omstreeks 02:28 uur een korte video die vanaf die telefoon is gestuurd waarop de [auto] met kenteken [kenteken] te zien is. Daarbij werd de tekst ‘ik hb hem prim. Ik stiur je zo pica.’ gestuurd. Op de video is te zien dat de alarmverlichting oplicht. De verbalisant herkent de stem van de verdachte in de gesprekken die met de telefoon worden gevoerd. [34]
Op 10 november 2019 omstreeks 11:25 uur wordt op de telefoon op de [internetsite] gezocht naar het kenteken [kenteken] . [35]
Ten aanzien van de [auto] met kenteken [kenteken]
Op 23 oktober 2019 is aangifte gedaan van de diefstal van een [auto] met kenteken [kenteken] . [36]
Op de telefoon die op 19 november 2019 onder de verdachte in beslag is genomen ziet de verbalisant de volgende berichten:
23 oktober 2019 om 14:14 uur, [naam 2] stuurt vrijwel achtereenvolgens: "Bel mij", "spoed", "Is belangrijk". "Ik heb iets leuks voor je"
Verdachte: Ja broeder, tamam half uurtje, ven ik. bin je jaa ik gooi me zus ff thuis snel
15:47: [naam 2] : ok broer. Ik wacht 1 min is genoeg ik moey je wat xeggen we gaan geld maken.
15:12: Verdachte: Ben er bijna bro (…)
18:57: Verdachte kijkt op [internetsite] naar kenteken [kenteken] (,,,)
23:42: Verdachte aan [naam 2] : Schat, sorry was aan het werk. Ben al klaar.
23:43: Verdachte: Neem op baba. Ik moet je wat vragen.
23:44: Verdachte stuurt [naam 2] een foto van een roze dekentje met flesjes, blikjes, sigaretten. [37]
De aangeefster heeft in een aanvullende aangifte verklaard de spullen op de foto die de verdachte vanaf zijn telefoon heeft gestuurd te herkennen als haar spullen die in haar auto lagen op het moment dat deze werd gestolen. [38]
Op 23 oktober 2019 om 20:57 uur en 22:28 uur wordt op de telefoon op de [internetsite] gezocht op het kenteken [kenteken] . [39]
Ten aanzien van de [auto] met kenteken [kenteken]
Uit onderzoek bleek dat [medeverdachte] op 1 november 2019 een [auto] met kenteken [kenteken] op het vliegveld van Frankfurt te Duitsland bij het bedrijf [naam 2] heeft gehuurd. Op 5 november 2019 is de [auto] door de politie aangetroffen in Utrecht zonder inzittenden. [40]
Naar aanleiding van beluisterde telecommunicatie ten aanzien van de verdachte is door de verbalisant het volgende gerelateerd.
Sinds 26 oktober 2019 worden gesprekken gevoerd tussen de verdachte, [naam 2] en [naam 2] . Op 31 oktober 2019 heeft [naam 2] een telefonisch gesprek met [naam 2] , waarin [naam 2] zegt dat hij er met 21 minuten is en dat [naam 2] er zorg voor moet dragen dat ‘de man’ netjes is. [naam 2] zegt dat ‘de man’ netjes is en het zelf ook heel serieus neemt. Uit technische gegevens afkomstig van de tap is gebleken dat de telefoon uiteindelijk bij de grens met Duitsland uit het Nederlandse netwerk gaat. Op 1 november 2019 zijn meerdere gesprekken gevoerd tussen [naam 2] en [naam 2] , waaruit blijkt dat de verdachte, [naam 2] en [medeverdachte] naar Duitsland zijn geweest en dat daar een auto werd gehuurd. Op 2 november 2019 voerde de verdachte een telefonisch gesprek met [medeverdachte] , waarin [medeverdachte] zei dat hij een hagelnieuwe [auto] diesel had, dat hij de betaalpas moest gebruiken en dat het een hele klus was om de auto naar Nederland te krijgen. [41] Op 2 november 2019 voerde de verdachte een telefonisch gesprek met een NNman. Uit dit gesprek bleek dat de verdachte een katvanger had geregeld om een voertuig in Duitsland te huren, maar dat het allemaal mis was gelopen omdat de katvanger er vandoor was gegaan met het voertuig. [42]
[medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij op 1 november 2019 de [auto] met kenteken [kenteken] bij [naam 2] op het Vliegveld in Frankfurt heeft gehuurd. Vier mensen hebben hem opgehaald, hem netjes aangekleed en hem verteld om de auto te huren. Toen hij eenmaal de auto had gehuurd, kon hij de mannen niet meer vinden. Een dag later heeft hij de [auto] in Den Haag overhandigd aan de mannen. [medeverdachte] herkent de verdachte als de man die niet mee was gegaan naar Frankfurt. [43]
Op 19 november 2019 is tijdens de doorzoeking in de woning van de verdachte een GPS-jammer aangetroffen. Op de telefoon van de verdachte is op verschillende dagen gezocht naar GPS-jammers. [44] Naar aanleiding van technisch onderzoek naar deze GPS-jammer is geconcludeerd dat het een jammer betreft die – kort gezegd – GPS-signalen kan verstoren. [45]
Conclusie
Uit bovengenoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien en in aanmerking genomen dat de verdachte omtrent deze belastende omstandigheden geen enkele verklaring heeft willen afleggen, vloeit voort dat de verdachte wist dat de in de tenlastelegging genoemde auto’s afkomstig waren uit enig misdrijf en de herkomst van deze auto’s heeft verborgen.
Ten aanzien van de [auto] ’s overweegt de rechtbank dat uit de zoekopdrachten naar de kentekens op de telefoon van de verdachte kan worden afgeleid dat de verdachte steeds gecontroleerd heeft. Vervolgens kan de verdachte in direct verband worden gebracht met de betreffende auto:
  • in het geval van de [auto] met kenteken [kenteken] / [kenteken] wordt de verdachte als bijrijder aangetroffen;
  • in het geval van de [auto] met kenteken [kenteken] heeft de verdachte kort nadat de auto is weggenomen een video van de auto gestuurd met de tekst ‘ik heb hem’;
  • in het geval van de [auto] met kenteken [kenteken] heeft de verdachte kort nadat de auto is weggenomen een foto vanaf zijn telefoon verstuurd met daarop te zien de spullen die in de auto lagen toen deze werd weggenomen.
De rechtbank ziet in bovengenoemde feiten en omstandigheden een patroon waarin de verdachte doelbewust heeft gehandeld, waarbij hij zich telkens lijkt bezig te houden met dezelfde soort gestolen auto’s ( [auto] ’s).
Ten aanzien van de [auto] overweegt de rechtbank dat de getuige [medeverdachte] heeft verklaard dat de verdachte onderdeel uitmaakte van de groep mannen die hem de [auto] bij [naam 2] in Duitsland heeft laten huren. De verdachte was zelf niet mee naar Duitsland. Uit beluisterde telecommunicatie valt af te leiden dat de verdachte in contact stond met [medeverdachte] over de [auto] , alsmede met de mannen die [medeverdachte] naar Duitsland hebben gebracht om de [auto] te huren. Op 2 november 2019 heeft de verdachte een gesprek gevoerd waarin hij zei dat hij een katvanger had geregeld om een voertuig in Duitsland te huren. Op 5 november 2019 is de [auto] aangetroffen in Utrecht.
De rechtbank concludeert dat de verdachte samen met zijn mededaders de [auto] heeft laten huren door een zogenoemde katvanger en de [auto] vervolgens niet heeft teruggebracht naar het verhuurbedrijf in Duitsland. De verdachte heeft hierdoor de [auto] verduisterd, waardoor de rechtbank het meer subsidiair ten laste gelegde onder feit 2 bewezen zal verklaren. Tevens heeft de verdachte, terwijl hij de [auto] heeft verduisterd, de herkomst van de [auto] verborgen, nu deze in Duitsland is gehuurd en vervolgens naar Nederland is gebracht.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, staat vast dat de verdachte zich gedurende een periode van nog geen vijf maanden schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van vier auto’s. Nu sprake is van een hoge frequentie van de gepleegde handelingen in een korte periode is naar het oordeel van de rechtbank sprake van gewoontewitwassen.
Ten aanzien van dagvaarding III feit 3
Bewijsmiddelen
Op 19 november 2019 is tijdens de doorzoeking in de woning van de verdachte in Den Haag in de slaapkamer vuurwerk aangetroffen. [46] Dit vuurwerk is in beslag genomen en op 2 december 2019 onderzocht. Door de verbalisant behorende tot het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk is geconcludeerd dat het aangetroffen vuurwerk een Shell-Lijst III Mortierbom en aangemerkt wordt als professioneel vuurwerk. [47]
Op 12 oktober 2019 heeft de verdachte vanaf zijn telefoon berichten verstuurd waarin wordt gesproken over ‘mortieren’, die hij zou verkopen voor 150 á 200 euro per stuk. Op de telefoon van de verdachte is tevens een afbeelding van de mortieren aangetroffen. De mortieren hadden dezelfde uiterlijke kenmerken als de mortier die tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte is aangetroffen. [48]
Conclusie
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat de verdachte op 19 november 2019 professioneel vuurwerk in zijn huis heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad. In de slaapkamer van de verdachte is een Shell-Lijst III Mortierbom aangetroffen. Voorts blijkt uit de telecommunicatie dat de verdachte zich bezighield met de verkoop van mortierbommen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte:
Dagvaarding I met parketnummer 09/177796-19:
op 22 juli 2019 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (omgebouwd) gas/alarmpistool van het merk Zoraki, model 914 , kaliber 6.35mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
Dagvaarding II met parketnummer 09/807415-19:
in de periode van
1 januari 2019 tot en met 19 november 2019te ‘s-Gravenhage en/of elders in Nederland, zonder erkenning,
wapens in de zin van:
- artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 2 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een machinepistool (merk: Zastava ) heeft verhandeld, terwijl verdachte, daar een gewoonte en/of beroep van heeft gemaakt
en wapens, in de zin van:
- artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een gas/alarmpistool (merk: Zoraki )
- artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een pistool (merk: Glock )
- artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een alarmrevolver (merk: Röhm ) heeft verhandeld terwijl verdachte daar een gewoonte en/of beroep van heeft gemaakt;
Dagvaarding III met parketnummer 09/837174-20:
1.
tezamen en in vereniging met anderen,
inde periode van 28 juni 2019 tot en met 10 november 2019, op een of meer momenten, te Rotterdam en/of Zoetermeer en/of Rijswijk en/of 's-Gravenhage en/of Eindhoven en/of Utrecht en/of Frankfurt (in ieder geval in Nederland en Duitsland), van één of meerdere voorwerpen, te weten auto’s, - in ieder geval die – met kenteken;
- [kenteken] (VIN-nummer […] ), met de -valse/oneigenlijke- kentekenplaten [kenteken] merk [auto] ) en
- [kenteken] (merk: [auto] ) en
- [kenteken] .1G (merk: [auto] ) en
- [kenteken] (merk: [auto] ) en
de herkomst heeft verborgen en heeft verhuld, wie de rechthebbende op deze voorwerpen zijn en deze voorwerpen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen, afkomstig waren uit enig misdrijf en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
2.
op of omstreeks 1 november 2019 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Rijswijk en/of Frankfurt (in ieder geval in Nederland en/of Duitsland) tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een auto (merk: [auto] , kenteken: [kenteken] ) toebehorende aan [naam 2] autoverhuur, en welk goed verdachte en zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten (door) het huren van deze auto, wederrechtelijk zich hoeft toegeëigend;
3.
op 19 november 2019 te ’s Gravenhage professioneel vuurwerk, te
weten één (knal)vuurwerk met lont (te weten Super Cobra mortierbommen DS05, 5 inch, behorend tot lijst III van het vuurwerkbesluit), terwijl dat bestemd was voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren en 6 maanden. De officier van justitie heeft bij de eis laten meewegen dat uit het dossier blijkt dat de verdachte gehandeld heeft in tenminste 21 wapens.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van een eventuele strafoplegging geen standpunt ingenomen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich in een periode van bijna een jaar schuldig gemaakt aan het verhandelen van wapens. De verdachte heeft hiermee een bijdrage geleverd aan het veelvuldig en ongecontroleerd verspreiden van wapens binnen het criminele circuit. Hoewel bewezen is verklaard dat de verdachte vier wapens heeft verhandeld, kan uit het dossier worden afgeleid dat het in werkelijkheid om een veel groter aantal ging. Het ongecontroleerd bezit van wapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en leidt tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Dat vuurwapens een gevaar vormen voor de samenleving blijkt uit het feit dat er regelmatig vuurwapenincidenten plaatsvinden, in sommige gevallen met dodelijk afloop.
De verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan het witwassen van auto’s. Witwissen is een ernstig delict, omdat het de integriteit van het financiële en economische verkeer aantast en daarna de legale economie bedreigt.
Zowel de zeer gevaarlijke wapens die de verdachte heeft verhandeld als de witgewassen auto’s zijn gewild bij mensen die deze willen gebruiken voor criminele activiteiten. Dit blijkt wel uit het feit dat uit het dossier naar voren komt dat één van de auto’s die de verdachte heeft witgewassen, drie dagen laten is gebruikt bij een poging tot liquidatie met gebruik van een vuurwapen in Zwolle en uitgebrand is aangetroffen.
De rechtbank neemt dit alles de verdachte zeer kwalijk en rekent hem de bewezen verklaarde feiten dan ook zwaar aan. De verdachte heeft zich bij zijn handelen kennelijk slechts laten leiden door eigen financieel gewin en geen oog gehad voor de schadelijke gevolgen hiervan voor de samenleving.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitieel Documentatie van 4 mei 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld ten aanzien van de Wet wapens en munitie en voor diefstal met braak.
Ter zitting heeft de verdachte aangegeven geen vaste dagbesteding en geen vast inkomen te hebben.
De verdachte heeft gedurende het onderzoek geen openheid van zaken willen geven en zich beroepen op zijn zwijgrecht. Hij neemt aldus geen verantwoordelijk voor de door hem gepleegde feiten.
Naar het oordeel kan, gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de proceshouding van de verdachte, alleen worden volstaan met een forse gevangenisstraf. Alles afwegende ziet de rechtbank aanleiding om aansluiting te zoeken bij de eis van de officier van justitie.
Gelet op het hiervoor overwogene acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar en 6 maanden passend en geboden.

7.De vordering van de benadeelde partij

Ten aanzien van parketnummer 09/837174-20
[naam 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 22.484,31. Dit bedrag bestaat uit € 18.351,31 aan materiële schade en € 4.133 aan immateriële schade.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering tot een bedrag van € 1.351,31, bestaande uit € 851,31 aan materiële schade (te weten de kosten van de autostoel, het openbaar vervoer, benzine en de spullen die in de auto lagen) en € 500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 november 2019 en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vordering gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de vordering tot € 851,31 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 november 2019 toewijsbaar, nu door de verdachte de omvang daarvan niet is betwist en nu vast is komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde feit. Dit bedrag bestaat uit materiële schade. De rechtbank veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden.

8.De schadevergoedingsmaatregel

Nu de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder parketnummer 09/837174-20 bewezenverklaarde feit is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 851,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 november 2019, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [naam 2] .

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 36 f, 47, 57, 321 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
- 9 en 26 van de Wet wapens en munitie;
- 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit;
- 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding III met parketnummer 09/837174-20 onder feit 2 primair en subsidiair ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I, II en III met parketnummers 09/177796-19, 09/807415-19 en 09/837174-20 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I met parketnummer 09/177796-19:
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
ten aanzien van dagvaarding II met parketnummer 09/807415-19:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 9, eerste lid van de Wet wapens en munitie, terwijl hij van het verhandelen van wapens een gewoonte/beroep heeft gemaakt;
ten aanzien van dagvaarding III met parketnummer 09/837174-20, feit 1 primair:
van het medeplegen van witwassen een gewoonte maken;
ten aanzien van dagvaarding III met parketnummer 09/837174-20, feit 2 meer subsidiair:
medeplegen van verduistering;
ten aanzien van dagvaarding III met parketnummer 09/837174-20, feit 3:
opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar en 6 maanden (vijf jaar en zes maanden);
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 851,31 en veroordeelt de verdachte, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 10 november 2019 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 2] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 851,31 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 10 november 2019 tot de dag waarop dit bedrag is betaald;
bepaalt dat, als de verdachte niet het volledige bedrag betaalt en/of niet het volledige bedrag op hem kan worden verhaald, gijzeling zal worden toegepast voor de duur van 17 dagen. Het toepassen van gijzeling ontslaat de verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
bepaalt dat als de verdachte de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel te betalen aan de Staat en dat als de verdachte het toegewezen bedrag deels of geheel aan de Staat heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel aan de benadeelde partij te betalen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. Chr.A.J.F.M. Hensen, voorzitter,
mr. S.M. Krans, rechter,
mr. B.F.M. Klappe, rechter,
in tegenwoordigheid van mrs. M.R. Klein en
mr. A.M. van der Wal-de Zoeten, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 juni 2020.
Mr. B.F.M. Klappe is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Bijlage I: tekst tenlastelegging
Dagvaarding I met parketnummer 09/177796-19:
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat hij op of omstreeks 22 juli 2019 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (omgebouwd) gas-/alarmpistool, van het merk Zoraki, model 914 ,
kaliber 6.35mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of
pistool voorhanden heeft gehad;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
Dagvaarding II met parketnummer 09/807415-19:
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat hij, (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van
1 januari 2019 tot en met 19 november 2019te 's Gravenhage (en/of elders in Nederland), tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, zonder erkenning, een of meerdere wapen(s), in de zin van:
- artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 2 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een machinepistool (merk: Zastava ) heeft/hebben overgedragen, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft/hebben verhandeld, en/of (anderszins) ter beschikking heeft/hebben gesteld, terwijl hij, verdachte (en/of zijn mededaders), daar een gewoonte en/of beroep van heeft/hebben gemaakt
en/of een of meerdere wapen(s), in de zin van:
- artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een gas/alarmpistool (merk: Zoraki ),
- artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een pistool (merk: Glock ),
- artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een alarmrevolver (merk: Röhm ),
heeft/hebben overgedragen, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft/hebben verhandeld, en/of (anderszins) ter beschikking heeft/hebben gesteld terwijl, verdachte (en/of zijn mededaders), daar een gewoonte en/of beroep van heeft/hebben gemaakt;
art 9 lid 1 Wet wapens en munitie
Dagvaarding III met parketnummer 09/837174-20:
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en) op of omstreeks de periode van 28 juni 2019 tot en met 10 november 2019, op een of meer momenten, te Rotterdam en/of Zoetermeer en/of Rijswijk en/of 's Gravenhage en/of Eindhoven en/of Utrecht en/of Franfurt (in ieder geval in Nederland en/of Duitsland), van één of meerdere voorwerpen, te weten
auto's, -in ieder geval die- met kenteken:
- [kenteken] (vinn-nummer […] ), met de -valse/oneigenlijke kentekenplaten [kenteken] (merk: [auto] ) en/of
- [kenteken] (merk: [auto] ) en/of
- [kenteken] (merk: [auto] ) en/of
- [kenteken] (merk: [auto] ) en/of
- een of meer (andere) auto's
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, op of omstreeks de periode van 28 juni 2019 tot en met 10 november 2019, op een of meer momenten, te Rotterdam en/of Zoetermeer en/of Rijswijk en/of 's Gravenhage en/of Utrecht (in ieder geval in Nederland) (een of meer) auto's, -in ieder geval die- met kenteken:
- [kenteken] (vinn-nummer […] ), met de -valse/oneigenlijke-
kentekenplaten [kenteken] (merk: [auto] ) en/of
- [kenteken] (merk: [auto] ) en/of
- [kenteken] (merk: [auto] ) en/of
- een of meer (andere) auto
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan Geldof en/of Koppies en/of Boots heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
2.
Hij op of omstreeks 01 november 2019 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Rijswijk en/of Eindhoven en/of Frankfurt (in ieder geval in Nederland en/of Duitsland) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een [auto] (kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam 2] autoverhuur, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op/in of omstreeks 1 november 2019 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Rijswijk en/of Frankfurt (in ieder geval in Nederland en/of
Duitsland) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (merk: [auto] , kenteken: [kenteken] ) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 2] autoverhuur, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks (de periode van 26
oktober 2019 tot en met 4 november 2019) te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Rijswijk en/of Frankfurt (in ieder geval in Nederland en/of Duitsland) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
- tegen [medeverdachte] te (laten) zeggen/arrangeren dat [medeverdachte] er netjes uit moe(s)t zijn (bij het huren van een auto), zodat/waardoor de verhuurder geen argwaan zou (ver)krijgen en/of
- aan te dringen en (daarbij) meerdere keren te zeggen/vragen/gebieden (al of niet door tussenkomst van een derde) tegen/aan [medeverdachte] dat hij een auto zou (moeten/gaan) huren, om deze niet meer terug te brengen) en/of - ervoor zorg te (laten) dragen dat [medeverdachte] (en/of een of meer ander(en)) als katvanger zal/zou optreden (door een auto te huren en deze niet te retourneren), door de huur/het huurcontract van de [auto] op naam van [medeverdachte] te (laten) zetten, in de wetenschap dat [medeverdachte] deze auto niet zou terugbrengen en/of
- [medeverdachte] deze auto aan hem, verdachte, over te laten dragen/afgeven tijdens de periode van (ver)huur van de auto en/of
- [medeverdachte] in het oog te (laten) houden (observeren) bij het huren van de auto, waardoor hij (visueel) controle heeft/had over het handelen van [medeverdachte] (en hiertoe mee te reizen naar Duitsland) en/of
- de (bank)passen van [medeverdachte] af te pakken en/of onder zich te houden (en hem hiermee/hierdoor zodoende onder druk te -kunnen- zetten) en/of
- [medeverdachte] af te (laten) zetten bij (brengen naar) [naam 2] in Frankfurt en/of
- de weg/route te (laten) wijzen/uitzoeken naar [naam 2] (Frankfurt) aan [medeverdachte] mee te (laten) delen en/of
- [medeverdachte] te (laten) helpen om (na het huren van de/een auto weer) terug naar huis/Nederland/ een andere locatie te keren, door (onder meer) de weg huiswaarts/naar Nederland te vertellen en/of - dreigende woorden tegen een ander(en), (waaronder Bas [naam 2] ) te zeggen/roepen/schrijven (onder meer in sms-berichten), zodat een/de ander(en) zich gedwongen zouden voelen de auto te huren en/of hiermee te helpen en/of
- een hotelkamer aan (een) ander(en) ter beschikking te stellen en/of te huren/betalen en/of
- [medeverdachte] en/of [medeverdachte] (na het huren van de/een auto) af te zetten in Rotterdam en/of
- [naam 2] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] te (laten) betalen om zorg te (helpen) dragen dat de/een [auto] zou worden gehuurd en naar Nederland te (laten) brengen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of
een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 01 november 2019 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Rijswijk en/of Frankfurt (in ieder geval in Nederland en/of Duitsland) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een auto (merk: [auto] , kenteken: [kenteken] ) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 2] autoverhuur, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten (door) het huren van deze auto, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
meest subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of
een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 01 november 2019 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Rijswijk en/of Frankfurt (in ieder geval in Nederland en/of Duitsland) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een auto (merk: [auto] , kenteken: [kenteken] ) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 2] autoverhuur, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten (door) het huren van deze auto, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks (de periode van 26 oktober 2019 tot en met 4 november 2019) te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Rijswijk en/of Frankfurt (in ieder geval in Nederland en/of Duitsland) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
- tegen [medeverdachte] te (laten) zeggen/arrangeren dat [medeverdachte] er netjes uit moe(s)t zijn (bij het huren van een auto), zodat/waardoor de verhuurder geen argwaan zou (ver)krijgen en/of
- aan te dringen en (daarbij) meerdere keren te zeggen/vragen/gebieden (al of niet door tussenkomst van een derde) tegen/aan [medeverdachte] dat hij een auto zou (moeten/gaan) huren, om deze niet meer terug te brengen) en/of
- ervoor zorg te (laten) dragen dat [medeverdachte] (en/of een of meer ander(en)) als katvanger zal/zou optreden (door een auto te huren en deze niet te retourneren), door de huur/het huurcontract van de [auto] op naam van [medeverdachte] te (laten) zetten, in de wetenschap dat [medeverdachte] deze auto niet zou terugbrengen en/of
- [medeverdachte] deze auto aan hem, verdachte, over te laten dragen/afgeven tijdens de periode van (ver)huur van de auto en/of
- [medeverdachte] in het oog te (laten) houden (observeren) bij het huren van de auto, waardoor hij (visueel) controle heeft/had over het handelen van [medeverdachte] (en hiertoe mee te reizen naar Duitsland) en/of
- de (bank)passen van [medeverdachte] af te pakken en/of onder zich te houden (en hem hiermee/hierdoor zodoende onder druk te -kunnen- zetten) en/of - [medeverdachte] af te (laten) zetten bij (brengen naar) [naam 2] in Frankfurt en/of
- de weg/route te (laten) wijzen/uitzoeken naar [naam 2] (Frankfurt) aan [medeverdachte] mee te (laten) delen en/of
- [medeverdachte] te (laten) helpen om (na het huren van de/een auto weer) terug naar huis/Nederland/ een andere locatie te keren, door (onder meer) de weg huiswaarts/naar Nederland te vertellen en/of
- dreigende woorden tegen een ander(en), (waaronder Bas [naam 2] ) te zeggen/roepen/schrijven (onder meer in sms-berichten), zodat een/de ander(en)
zich gedwongen zouden voelen de auto te huren en/of hiermee te helpen en/of
- een hotelkamer aan (een) ander(en) ter beschikking te stellen en/of te huren/betalen en/of
- [medeverdachte] en/of [medeverdachte] (na het huren van de/een auto) af te zetten in Rotterdam en/of
- [naam 2] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] te (laten) betalen om zorg te (helpen) dragen dat de/een [auto] zou worden gehuurd en naar Nederland te (laten) brengen;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op (een of meer momenten) op of omstreeks de periode van 10 oktober 2019 tot en met 19 november 2019 te 's Gravenhage (althans in Nederland), tezamen en in vereniging met anderen, professioneel vuurwerk en/of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, te weten drie, althans één of meer stuk(s) (knal)vuurwerk met lont (te weten Super Cobra mortierbommen DS05, 5 inch, behorend tot lijst III van het vuurwerkbesluit), (p.282, 287 en 288); terwijl dat bestemd was voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen en/of heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van:
2.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 87-89.
3.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 91.
4.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 126-128.
5.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 243-245.
6.Een geschrift, te weten een DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut, blz. 251-254.
7.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 32 en 33, tweede alinea.
8.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 34-38 en proces-verbaal van bevindingen 47-49.
9.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 34-38.
10.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 34-38 en proces-verbaal van bevindingen 47-49.
11.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 34-38 en proces-verbaal, blz. 50 en 51.
12.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 34-38.
13.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 34-38 en proces-verbaal, blz. 48.
14.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 52.
15.Proces-verbaal, blz. 241.
16.Proces-verbaal, blz. 242.
17.Proces-verbaal, blz. 243.
18.Proces verbaal, blz. 244.
19.Proces verbaal, blz. 246.
20.Proces-verbaal, blz. 247.
21.Proces-verbaal, blz. 248.
22.Proces-verbaal, blz. 249.
23.Proces-verbaal, blz. 249.
24.Proces-verbaal, blz. 250.
25.Proces-verbaal van aangifte, blz. 318-320.
26.Proces-verbaal van bevindingen, blz 234 en 235.
27.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 350 en 351.
28.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 378-383.
29.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 378-383.
30.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 378-383.
31.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 467 en 468.
32.Proces-verbaal van aangifte, blz. 460 en 461.
33.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 469 en 470.
34.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 464 en 465.
35.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 464 en 465.
36.Proces-verbaal van aangifte, blz. 489 en 490.
37.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 482-484.
38.Proces-verbaal van verhoor aangever, blz. 498-500.
39.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 505 en 506.
40.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 512-516.
41.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 512-516.
42.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 587 en 588.
43.Proces-verbaal van verklaring getuige, blz. 536-541, met foto’s.
44.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 154-156.
45.Rapport van bevindingen technisch onderzoek, blz. 225-229.
46.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 76 en 77.
47.Proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen vuurwerk, blz. 277-286.
48.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 287 en 288.