Op 26 mei 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel, die eerder op 20 mei 2020 was opgelegd. De betrokkene, geboren in 1990, verblijft in een accommodatie en ondergaat sinds juni 2019 vrijwillige behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door een psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie. De betrokkene heeft eerder agressief gedrag vertoond, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept. De rechtbank heeft de officier van justitie ontvankelijk verklaard in het verzoek, ondanks dat het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel te laat was ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het gevaar voor de betrokkene en anderen af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, met specifieke maatregelen zoals toedienen van medicatie en beperking van de bewegingsvrijheid. De beschikking is gegeven door rechter O.F. Bouwman, bijgestaan door griffier S.A. van Schaik-van Dommelen, en is uitgesproken ter openbare zitting.