ECLI:NL:RBDHA:2020:5338

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juni 2020
Publicatiedatum
16 juni 2020
Zaaknummer
C/09/594338 / FT EA 20/115
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de curator bij faillietverklaring en stemrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders

Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij de besloten vennootschap [X] B.V. een verzoek tot eigen faillietverklaring indiende. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar enig bestuurder de heer [A], was niet verschenen op de zitting. De heer [A] was op dat moment zelf failliet verklaard, wat leidde tot complicaties in de procedure. De rechtbank oordeelde dat de curator, en niet de gefailleerde aandeelhouder, de bevoegdheid heeft om de stemrechten verbonden aan de aandelen uit te oefenen in de algemene vergadering van aandeelhouders, in het kader van een besluit tot faillietverklaring zoals bedoeld in artikel 2:246 van het Burgerlijk Wetboek.

De rechtbank constateerde dat de heer [A] op 10 juni 2020 een besluit had genomen tot het indienen van een verzoek tot faillietverklaring van [X] B.V., maar dat dit besluit niet rechtsgeldig was, aangezien de heer [A] door zijn eigen faillissement de bevoegdheid om dergelijke besluiten te nemen had verloren. De curator had de rechten verbonden aan de aandelen in [X] B.V. en was bevoegd om de stemrechten uit te oefenen. Aangezien er geen geldig besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders was genomen, verklaarde de rechtbank de verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot eigen faillietverklaring.

De uitspraak benadrukt de belangrijke rol van de curator in faillissementzaken en de noodzaak van correcte besluitvorming binnen de vennootschap, vooral wanneer de bestuurder zelf failliet is verklaard. De rechtbank heeft de verzoekster, [X] B.V., niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot faillietverklaring, wat betekent dat het verzoek niet verder in behandeling wordt genomen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team Insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummer: C/09/594338 / FT EA 20/115
uitspraakdatum: 16 juni 2020
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] B.V.
[adres],
[postcode en vestigingsplaats],
verzoekster,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend strekkende tot eigen faillietverklaring. Dienaangaande oordeelt de rechtbank als volgt.
Verzoekster is per e-mail opgeroepen voor de zitting van heden. Deze oproeping is gericht aan twee e-mailadressen van verzoekster zoals deze uit de ingediende stukken blijken. Verzoekster is niet verschenen.
Namens verzoekster is het verzoek ingediend door haar enig bestuurder de heer [A], geboren [geboortedatum] 1955. De heer [A] houdt tevens het merendeel van de aandelen in [X] B.V.
Bij de stukken bevindt zich een brief waarin melding wordt gemaakt van het persoonlijk faillissement van de heer [A]. Uit het Centraal Insolventieregister blijkt dat de heer [A] op 3 januari 2017 in staat van faillissement is verklaard en dat dit faillissement nog niet is afgewikkeld.
De heer [A] heeft op 10 juni 2020 als “Houder van 96 van de 100 geplaatste aandelen” in [X] B.V. een besluit genomen tot het doen van een eigen faillietverklaring en heeft zichzelf gemachtigd om als bestuurder de daartoe benodigde handelingen te verrichten. De heer [A] heeft namens de vennootschap een verzoek tot faillissementsverklaring van de vennootschap ingediend.
Als gevolg van zijn faillietverklaring heeft de heer [A] het beheer en de beschikking over het tot het faillissement behorend vermogen verloren (artikel 23 Fw). Het beheer en de vereffening van dit vermogen komt toe aan de curator (artikel 68 Fw). In het faillissement van de heer [A] omvat dit vermogen onder meer de aandelen in [X] B.V. De curator is op grond van zijn beheerstaak bevoegd om de rechten uit te oefenen die zijn verbonden aan deze aandelen. De curator is daarmee bevoegd om in de algemene vergadering van aandeelhouders de stemrechten verbonden aan de aandelen uit te oefenen in verband met het besluit tot het geven van een opdracht aan het bestuur tot een eigen aangifte tot faillietverklaring in de zin van artikel 2:246 BW, dat bepaalt dat – tenzij de statuten anders bepalen, hetgeen hier niet is gebleken – het bestuur zonder opdracht van de algemene vergadering van aandeelhouders niet bevoegd is tot faillietverklaring van de vennootschap. De heer[A] heeft als gevolg van zijn faillissement die bevoegdheid verloren. Het aandeelhoudersbesluit van 10 juni 2020 is niet door de curator, maar door de heer [A] genomen. Dit is dus niet correct en maakt dat het ontbreekt aan een rechtsgeldige opdracht van de algemene vergadering van aandeelhouders tot het doen van faillietverklaring van de vennootschap.
Nu het ontbreekt aan een correct besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders waarbij opdracht wordt gegeven tot het doen van faillietverklaring van de vennootschap zal verzoekster niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek.

BESLISSING

De rechtbank:
- verklaart
[X] B.V.voornoemd, niet-ontvankelijk in haar verzoek strekkende tot eigen faillietverklaring.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Cats, rechter, en uitgesproken op 16 juni 2020 in tegenwoordigheid van D.D. Elsayed-Vorst, griffier.