ECLI:NL:RBDHA:2020:5565
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen van Nigeriaanse eisers en de verantwoordelijkheid van Italië onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de asielaanvragen van twee Nigeriaanse eisers, die in Nederland asiel hebben aangevraagd na eerder asiel te hebben aangevraagd in Italië. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanvragen van eisers niet in behandeling genomen mochten worden, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvragen op basis van de Dublinverordening. De eisers hebben aangevoerd dat de situatie in Italië door de coronacrisis zo ernstig is dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kan worden gehanteerd. Ze hebben gesteld dat asielzoekers in Italië geen toegang hebben tot medische zorg en dat zij bedreigd worden door een criminele organisatie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eisers niet voldoende bewijs hebben geleverd om aan te tonen dat Italië niet aan zijn internationale verplichtingen kan voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestreden besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid rechtmatig zijn en dat de beroepsgronden van eisers niet slagen. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in een zitting die via een Skype-verbinding heeft plaatsgevonden, als gevolg van de coronamaatregelen.