ECLI:NL:RBDHA:2020:5643

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 juni 2020
Publicatiedatum
23 juni 2020
Zaaknummer
C/09/593755 / FA RK 20-3466
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juni 2020 een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1965, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De officier van justitie had op 29 mei 2020 verzocht om wijziging van de zorgmachtiging die eerder op 21 april 2020 was afgegeven. Dit verzoek was ingegeven door de noodzaak om de verplichte zorg aan te passen, aangezien de vrouw niet meer de noodzakelijke medicatie ontving in haar huidige woonvorm, wat leidde tot agressief gedrag en een verslechtering van haar toestand.

Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd duidelijk dat de vrouw niet in staat was om de voorgeschreven medicatie te accepteren. De arts en psychiater gaven aan dat de situatie van de vrouw een dreigende noodsituatie vormde, waardoor opname in een kliniek noodzakelijk was. De advocaat van de vrouw verzet zich tegen de dwangmedicatie, maar erkent de noodzaak van een overplaatsing naar een andere zorginstelling.

De rechtbank oordeelde dat de huidige zorgmachtiging niet voldeed aan de behoeften van de vrouw en dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar waren. De rechtbank heeft daarom besloten de zorgmachtiging te wijzigen, zodat de vrouw onder meer in haar bewegingsvrijheid kan worden beperkt en kan worden opgenomen in een accommodatie. De gewijzigde machtiging is geldig tot en met 21 oktober 2020. De beschikking is gegeven door rechter L. Koper, bijgestaan door griffier A.U. Hatuina, en is vastgesteld op 15 juni 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/593755 / FA RK 20-3466
Datum beschikking: 04 juni 2020

Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1965, te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats 1] ,
advocaat: mr. D. Poot te Leiden.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 mei 2020, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 21 april 2020 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging van 29 mei 2020 door [zorgverantwoordelijke] ;
- een advies van de geneesheer-directeur van 29 mei 2020;
- een zorgplan van 29 mei 2020 met bijlagen.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 04 juni 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene, in het bijzijn van de psychiater, de arts en de doventolk L.J.F. van der Garde;
- de advocaat;
- de [psychiater] ;
- de [arts] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

De arts en psychiater hebben aangegeven dat er een zorgmachtiging is verleend waarbij als verplichte zorg is opgenomen, het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Echter is, nadat betrokkene naar een beschermd woonvorm is verhuisd, het misgegaan omdat de voor betrokkene noodzakelijk medicatie, middels depot, aldaar niet toegediend kon worden. Betrokkene vertoonde agressief gedrag. Een opname is derhalve vereist om betrokkene opnieuw in te stellen op de medicatie en daarna zal zij overgeplaatst worden naar een kliniek met meer specialistische hulp, gezien haar beperking.
De advocaat heeft allereerst aangegeven het er niet mee eens te zijn dat betrokkene dwangmedicatie heeft gekregen omdat de voor betrokkene voorgeschreven medicatie niet meer geleverd kon worden. Hij heeft, namens betrokkene, zich verzet tegen de zorg. Evenwel is hij verheugd dat betrokkene op zeer korte termijn naar de [verblijfplaats 2] wordt overgeplaatst alwaar zij het voorheen naar haar zin had.

Beoordeling

Ten aanzien van betrokkene is op 21 april 2020 een zorgmachtiging afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, welke door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
De rechtbank is gebleken dat verplichte zorg in de vorm van medicatie in de thuissituatie ontoereikend is gebleken. Betrokkene weigert steeds meer de voorgeschreven medicatie waardoor haar toestandsbeeld achteruit is gegaan. Zij heeft een woonbegeleider fysiek aangevallen (een klap gegeven) en de medebewoners en woonbegeleiding zijn bang voor betrokkene. Betrokkene heeft haar kamer gebarricadeerd en laat geen zorg toe. Betrokkene is op haar eigen kamer geïsoleerd en verzameld haar urine en ontlasting in lege melkpakken en pannen. Dit komt voort uit haar psychotische belevingen. Er is meermaals medicatie in intramusculaire vorm gegeven in de thuissituatie, wat tot 28 mei 2020 mogelijk was. Hierna was betrokkene te afwerend en dreigend om de medicatie veilig toe te dienen en was opname in een accommodatie noodzakelijk. De huidige psychotische decompensatie is een gevolg van een gedwongen wijziging in medicatie omdat het antipsychoticum waarop betrokkene was ingesteld, niet meer leverbaar was door de fabrikant.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moeten worden voortgezet.
Uit hetgeen de doventolk heeft kunnen opmaken verzet betrokkene zich tegen deze (aanvullende) vormen van verplichte zorg.
Gebleken is echter dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie;
voor de duur van de thans lopende zorgmachtiging.

Beslissing

De rechtbank:
wijzigt de op 21 april 2020 verleende zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1965, te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 oktober 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. Koper, rechter, bijgestaan door A.U. Hatuina als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 04 juni 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.