2.16.Op 21 februari 2019 heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden met de werknemer, waarbij tevens aanwezig waren de wetenschappelijk directeur van het Instituut (mevrouw [Persoon 1] ), de P&O adviseur mevrouw [P&O] en [professor] .
In het verslag daarvan dat door de werkgever is opgemaakt, is vermeld:
“(..) In het beoordelingsgesprek d.d. 8 juni 2017 heeft de heer [werknemer] een score 2 gekregen. Verbetering van zijn functioneren was noodzakelijk.. In dit kader zijn met de heer [werknemer] een aantal afspraken gemaakt over zijn functioneren. Deze afspraken zijn vastgelegd in het ROG-verslag van 8 juni 2017. De heer [werknemer] heeft ter ondersteuning hiervan een coachingstraject gekregen van het instituut, met als doel verbetering van het managen van zijn verplichtingen. Medio 2018 leek het er even op dat de heer [werknemer] zijn functioneren had verbeterd. Dit verklaart de score 4 in zijn ROG d.d. 5 juni 2018. Helaas is deze verbetering niet van structurele aard gebleken. In het eindgesprek van het coachingstraject op 4 februari 2019 was de conclusie van de coach dat het coachingstraject niet de boogde verbeteringen heeft gebracht ten aanzien van zijn functioneren. Omdat het functioneren van de heer [werknemer] over een geruime periode onvoldoende is en het coachingstraject niet het beoogde resultaat heeft opgeleverd, vindt dit gesprek plaats. Tijdens dit gesprek worden concrete afspraken gemaakt over het verbetertraject dat loopt tot 31 december 2019.
(..)
2. Functioneren
Ten aanzien van zijn functioneren op het gebied van onderwijs geeft de heer [professor] aan dat er structureel klachten bij hem worden gemeld over de begeleiding van studenten. De heer [werknemer] is onvoldoende bereikbaar en aanwezig op de werkplek en hij beantwoordt zijn mails vaak in een te laat stadium.
(.).
Doordat de heer [werknemer] vaak afwezig is op het werk, is de werkrelatie en samenwerking met collega’s niet optimaal. Hij neemt zelden deel aan gemeenschappelijke activiteiten, zoals workshops of thematische bijeenkomsten, en onderneemt geen initiatieven daartoe. De heer [werknemer] geeft aan dat het van twee kanten moet komen.
Ten aanzien van zijn functioneren op het gebied van onderzoek geeft mevrouw [Persoon 1] aan dat de heer [werknemer] sinds 2016 geen wetenschappelijk artikel heeft gepubliceerd in een peer-reviewed journal, terwijl 2 publicaties per jaar vereist zijn. De door de heer [werknemer] vermelde 6 publicaties in zijn ROG van 5 juni 2018 zijn ook nog niet aangeleverd en zijn nog niet gepubliceerd. Ook de eindversie van zijn boek heeft hij nog niet voltooid terwijl dit in het collegejaar 2017-2018 zou hebben moeten plaatsvinden
De heer [werknemer] geeft aan dat hij wel een contract met Cambridge heeft voor de publicatie van een bijdrage aan een bundel. Deze overeenkomst heeft hij na het gesprek toegestuurd. Dit is in het geheel niet toereikend voor de gemaakte afspraken in het ROG van 5 juni 2018.(..)
3. Afspraken
Ten aanzien van het onderwijs:
De heer [werknemer] is vanaf vandaag 4 dagen per week aanwezig en bereikbaar op zijn werkplek.
De heer [werknemer] zorgt ervoor dat hij tijdig alle mails van studenten en collega’s beantwoordt en bereikbaar is voor studenten en collega’s.
De heer [werknemer] verbetert zijn werkrelatie met collega’s door deel te nemen aan gemeenschappelijke activiteiten met collega’s. (..)
Ten aanzien van onderzoek:
Vóór 1 juni 2019 dient de heer [werknemer] 2 artikelen in bij gerenommeerde tijdschriften en overlegt een bewijs van bevestiging: (..)
Vóór 31 december 2019 voltooit de heer [werknemer] zijn boek (..) Het manuscript moet van een zodanige kwaliteit zijn dat het goedgekeurd dient te zijn door een gerenommeerde uitgeverij.
Tot 31 december 2019 werkt de heer [werknemer] optimaal aan zijn onderzoek en onderwijs en krijgt hij geen toestemming voor dienstreizen.
Ten aanzien van beheer:
(..)
4.Vervolgafspraken
Tijdens het gesprek is de heer [werknemer] gewezen op de ernst van de situatie. Al geruime tijd is zijn functioneren onvoldoende geweest, terwijl hij ondersteuning heeft gehad in de vorm van een student-assistent en een coachingstraject. Daarnaast heeft hij de ruimte gekregen voor onderzoeksreizen. Dit heeft echter niet geleid tot publicaties, zoals vereist.
Dit verbetertraject heeft tot doel dat de heer [werknemer] op alle terreinen van zijn functie goed gaat functioneren. Mocht blijken dat de heer [werknemer] na dit traject niet goed functioneert op alle onderdelen van de functie van universitair docent 1 dan kan dit rechtspositionele gevolgen hebben en kan zijn dienstverband worden beëindigd. (..)”