ECLI:NL:RBDHA:2020:6038
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.C. Verra
- S. Westerhof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, die op 29 december 2019 een asielaanvraag indiende, kreeg op 18 maart 2020 een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid waarin werd besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 19 juni 2020, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. H. Drenth, en een tolk, J. Malik. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. K.H.A.M. Elias. Tijdens de zitting is de zaak samen met een andere zaak (NL20.7034) behandeld.
De rechtbank heeft in de hoofdzaak uitspraak gedaan en het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Aangezien de hoofdzaak ongegrond is verklaard, was er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.