ECLI:NL:RBDHA:2020:6228
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid Nederland voor asielaanvraag na verstrijken overdrachtstermijn onder Dublinverordening
Op 6 juli 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling was genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat Nederland verantwoordelijk is geworden voor de asielaanvraag van eiser, omdat de uiterste overdrachtstermijn van de Dublinverordening was verstrijkt. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris, dat was gebaseerd op de Dublinverordening, waarin was vastgesteld dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank overwoog dat de Dublinverordening geen mogelijkheden biedt om de overdrachtstermijn te verlengen, ook niet in het licht van de Covid-19 pandemie. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat er een inhoudelijke beoordeling van de asielaanvraag moest plaatsvinden. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1050,-.