ECLI:NL:RBDHA:2020:6345
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep ongegrond verklaard inzake verblijfsvergunning asiel en verantwoordelijkheidsverdeling tussen Nederland en Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had verzocht om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar zijn aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser had op 30 april 2020 beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 2 juli 2020 was eiser niet aanwezig, maar zijn gemachtigde was wel vertegenwoordigd. Eiser voerde aan dat hij vanwege de coronacrisis uitstel had gevraagd voor het indienen van een zienswijze, maar de rechtbank oordeelde dat het niet aan verweerder was om contact op te nemen na het verstrijken van de termijn. De rechtbank volgde het standpunt van verweerder dat de zienswijze niet langer had hoeven worden afgewacht en dat het op de weg van de gemachtigde lag om contact te zoeken. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet onzorgvuldig was genomen en verklaarde het beroep ongegrond.