ECLI:NL:RBDHA:2020:6809

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2020
Publicatiedatum
21 juli 2020
Zaaknummer
NL20.11339 en NL20.11341
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening asielaanvragen op grond van verantwoordelijkheidscriteria

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in twee verzoeken om voorlopige voorzieningen, ingediend door verzoekers, die asiel aanvragen in Nederland. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. S.R. Nohar, hebben tegen besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. De staatssecretaris heeft de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk en Italië verantwoordelijk zouden zijn voor de behandeling van deze aanvragen.

De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verzoekers, nadat zij op hun recht ter zitting te worden gehoord zijn gewezen, niet hebben aangegeven gebruik te willen maken van dit recht. Hierdoor heeft de rechtbank besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten en de zaak op basis van de ingediende stukken te beoordelen.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is zolang de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de beroepen van verzoekers, zijn de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.P.W. van de Ven, in aanwezigheid van griffier mr. C.H. Gall. De uitspraak is nog niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal dat alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.11339 (voorlopige voorziening eiser)
NL20.11341 (voorlopige voorziening eiseres)

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker] , verzoeker,

V-nummer: [V-nummer 1]
[verzoekster], verzoekster,
V-nummer: [V-nummer 2] ,
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. S.R. Nohar),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 28 april 2020 (het bestreden besluit van verzoekster) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Bij besluit van 25 mei 2020 (het bestreden besluit van verzoeker) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroepen ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft toestemming verleend om zonder een zitting, als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), uitspraak te doen. Omdat verzoekers, nadat zij zijn gewezen op hun recht ter zitting te worden gehoord, niet hebben verklaard dat zij gebruik willen maken van dit recht, heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL20.11338 en NL20.11340, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk.
2. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.P.W. van de Ven, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. C.H. Gall, griffier.
De uitspraak is gedaan op:
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak nog niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.