ECLI:NL:RBDHA:2020:6900

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
NL20.6257
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na gegrondverklaring beroep

In de zaak tussen verzoekster, met V-nummer [V-nummer], en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2020 uitspraak gedaan. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 9 maart 2020 was afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 15 juni 2020, waar verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. T. Neijzen, en de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. A.S.R. Mangroelal. Tijdens de zitting was ook een tolk, K. Soltani, aanwezig.

De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak in de procedure met zaaknummer NL20.6256 het beroep van verzoekster gegrond verklaard. Hierdoor werd niet langer voldaan aan het connexiteitsvereiste zoals neergelegd in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit al waren opgeschort door het indienen van het beroepschrift. De rechtbank besloot ook om geen proceskosten aan de staatssecretaris op te leggen, aangezien het verzoek om een voorlopige voorziening niet nodig was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L.E. Bakels, in aanwezigheid van griffier mr. E. Frieling. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze later alsnog worden gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.6257

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , V-nummer: [V-nummer] , verzoekster

(gemachtigde: mr. T. Neijzen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.S.R. Mangroelal).

ProcesverloopBij besluit van 9 maart 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdafgewezen als ongegrond.

Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.6256, plaatsgevonden op 15 juni 2020. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen K. Soltani. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, in de procedure met zaaknummer NL20.6256, heeft de rechtbank het beroep van verzoekster gegrond verklaard.
2. Nu op het beroep van verzoekster is beslist, wordt niet langer voldaan aan het in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde connexiteitsvereiste. Om die reden is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen.
3. Gelet op de rechtsmiddelenclausule uit het bestreden besluit, waarin staat opgenomen dat het indienen van een beroepschrift tot gevolg heeft dat de rechtsgevolgen van het besluit worden opgeschort en verzoekster de behandeling van het beroepschrift in Nederland mag afwachten, was het onderhavige verzoek om een voorlopige voorziening te treffen niet nodig. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om verweerder in de proceskosten te veroordelen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L.E. Bakels, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Frieling, griffier.
Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak nu niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment, voor zover nodig, alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is gedaan op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.