ECLI:NL:RBDHA:2020:7080

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2020
Publicatiedatum
29 juli 2020
Zaaknummer
NL20.13387
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen beslissing op bezwaar van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 2 juli 2020 heeft eiser, een Tunesische nationaliteit hebbende persoon, beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 1 juli 2020 was genomen. De rechtbank, zittende in Haarlem, heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser was verplicht om in het beroepschrift de gronden van het beroep te vermelden, zoals voorgeschreven in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Dit houdt in dat eiser specifiek moet aangeven op welke punten hij het niet eens is met het bestreden besluit. Aangezien eiser dit verzuim niet tijdig heeft hersteld, heeft de rechtbank op 2 juli 2020 verzocht om de gronden binnen een week in te dienen. Eiser heeft echter pas op 15 juli 2020 de gronden ingediend, wat niet binnen de gestelde termijn was. Bovendien heeft eiser geen reden gegeven voor dit verzuim, waardoor er geen verontschuldiging voor het verzuim is gebleken. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.P.W. van de Ven, in aanwezigheid van griffier A.C. Karels. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld binnen zes weken na de bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.13387

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], geboren op [geboortedatum] , van Tunesische nationaliteit, eiser
V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. S.A.S. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 2 juli 2020 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 1 juli 2020 (het bestreden besluit).

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank - na een herstelmogelijkheid - het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser op 2 juli 2020 verzocht om dit verzuim binnen één week te herstellen.
4. Eiser heeft op 15 juli 2020 de gronden ingediend. Dat is niet binnen de gestelde termijn.
5. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.P.W. van de Ven, rechter, in aanwezigheid van
A.C. Karels, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld bij deze rechtbank binnen zes weken na de dag van bekendmaking. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.