ECLI:NL:RBDHA:2020:711
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag Tunesische eiser kennelijk ongegrond verklaard; veilig land van herkomst; bloedwraakvete
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Tunesische eiser. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser vreesde voor een bloedwraakvete die al jaren speelt tussen zijn familie en een rivaliserende familie. De eiser stelde dat hij niet veilig terug kon keren naar Tunesië, omdat hij slachtoffer zou kunnen worden van deze vete.
De rechtbank oordeelde dat Tunesië in algemene zin kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder de vrees voor geweld en de onveiligheid voor bepaalde groepen zoals LHBT's en bekeerlingen, niet overtuigend geacht. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn persoonlijke situatie afwijkt van de algemene veiligheidssituatie in Tunesië.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris terecht was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.