ECLI:NL:RBDHA:2020:7434
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewetuitkering wegens geschiktheid voor WIA-functies
Op 4 augustus 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser, die eerder een Ziektewet (ZW) uitkering ontving, had beroep ingesteld tegen de beëindiging van zijn uitkering per 9 september 2019. De rechtbank oordeelde dat de eiser, ondanks zijn psychische klachten en fibromyalgie, geschikt was voor andere functies die in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) waren beoordeeld. De rechtbank baseerde haar oordeel op rapporten van verzekeringsartsen, die concludeerden dat de eiser in staat was om te werken in functies die niet zijn eigen werk betroffen. De rechtbank stelde vast dat de medische rapporten zorgvuldig waren opgesteld en dat er geen aanwijzingen waren dat de klachten van de eiser niet serieus waren genomen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de beëindiging van de ZW-uitkering per 9 september 2019 rechtmatig was. De uitspraak werd gedaan in een enkelvoudige kamer en is gepubliceerd op de website van de Rechtspraak.