ECLI:NL:RBDHA:2020:7542
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake ongeldigverklaring rijbewijs en zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 30 juli 2020, wordt de ongeldigverklaring van het rijbewijs van eiser door de algemeen directeur van het Centraal Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) aan de orde gesteld. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.F. Ronday, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het CBR, dat zijn rijbewijs ongeldig verklaarde op basis van een positieve speekseltest voor drugs. Eiser betwist dat hij onder invloed van drugs heeft gereden en wijst op de negatieve uitslag van een bloedtest. De rechtbank oordeelt dat het CBR zich niet zonder meer op het rapport van psychiater Visser kan baseren, omdat het rapport mogelijk gebreken vertoont en niet voldoende rekening houdt met de negatieve bloedtest. De rechtbank geeft het CBR de gelegenheid om het gebrek te herstellen, hetzij door aanvullende motivering, hetzij door een nieuwe beslissing op bezwaar. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.