ECLI:NL:RBDHA:2020:7613

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2020
Publicatiedatum
11 augustus 2020
Zaaknummer
NL20.1288
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van asielvergunning en inreisverbod voor staatloze Palestijn

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juni 2020 een mondelinge uitspraak gedaan over de intrekking van de verblijfsvergunning asiel van eiser, een staatloze Palestijn geboren in Syrië. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 23 december 2019 besloten om de verblijfsvergunning van eiser met terugwerkende kracht tot 18 maart 2018 in te trekken en een inreisverbod van twee jaar op te leggen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen tijdens de zitting op 29 mei 2020, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De rechtbank overweegt dat eiser onjuiste gegevens heeft verstrekt en gegevens heeft achtergehouden die tot afwijzing van zijn oorspronkelijke asielaanvraag zouden hebben geleid. Dit blijkt onder andere uit een opsporingsbericht van Interpol, waaruit blijkt dat eiser zowel de Amerikaanse als de Syrische nationaliteit bezit. Eiser betwist niet dat hij de Amerikaanse nationaliteit heeft, maar stelt dat hij geen Syrische nationaliteit bezit. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de verblijfsvergunning op goede gronden heeft ingetrokken, omdat eiser niet in aanmerking zou zijn gekomen voor asiel indien zijn Amerikaanse nationaliteit bekend was geweest tijdens de procedure.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.P.W. van de Ven, rechter, en is bekendgemaakt op 11 augustus 2020. Eiser kan binnen een week na de bekendmaking hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

Proces-verbaal van mondelinge uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem Bestuursrecht zaaknummer: NL20.1288
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [#] (gemachtigde: mr. B.J.P.M. Ficq),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. L.J.L. Leijtens).

Procesverloop

Bij besluit van 23 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van eiser ingetrokken met terugwerkende kracht tot 18 maart 2018. Verder is aan eiser een inreisverbod opgelegd voor twee jaar.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 mei 2020. Eiser is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na sluiting van het onderzoek heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

Eiser stelt een staatloze Palestijn te zijn en te zijn geboren in Syrië. Aan eiser is op 21 augustus 2018 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend.
Verweerder heeft de verblijfsvergunning van eiser ingetrokken, omdat eiser onjuiste gegevens heeft verstrekt, dan wel gegevens heeft achtergehouden, die tot afwijzing van de oorspronkelijke aanvraag zouden hebben geleid. Verweerder heeft een opsporingsbericht ontvangen van Interpol, een ‘Red Notice’, waaruit blijkt dat eiser zowel
de Syrische als de Amerikaanse nationaliteit bezit en in de Verenigde Staten wordt gezocht vanwege een strafbaar feit.
3. Eiser voert aan dat hij niet de Syrische nationaliteit bezit, maar een staatloze Palestijn is. Het feit dat in de ‘Red Notice’ staat dat eiser in bezit is van een Syrisch paspoort is geen reden om aan te nemen dat hij de Syrische nationaliteit heeft.
4. De rechtbank overweegt als volgt. Uit het opsporingsbericht van Interpol is gebleken dat eiser de Amerikaanse en Syrische nationaliteit bezit. Met hetgeen eiser aanvoert over het al dan niet bezitten van de Syrische nationaliteit, bestrijdt hij op geen enkele wijze verweerders stelling dat hij bewust gegevens heeft achtergehouden ten aanzien van zijn Amerikaanse nationaliteit. Eiser bestrijdt ook niet dat hij de Amerikaanse nationaliteit bezit. De Verenigde Staten worden in het algemeen aangemerkt als een veilig land van herkomst. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in het bestreden besluit deugdelijk heeft gemotiveerd dat dit ook voor eiser het geval is. Eiser heeft dit in de gronden van beroep ook niet bestreden. Dat betekent dat eiser niet in aanmerking zou zijn gekomen voor een verblijfsvergunning asiel, indien zijn Amerikaanse nationaliteit tijdens de asielprocedure bekend was geweest. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de verblijfsvergunning van eiser daarom op goede gronden ingetrokken.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.P.W. van de Ven, rechter, in aanwezigheid van mr.
F.W. de Lange, griffier.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na de dag van verzending van het proces-verbaal of na de dag van plaatsing daarvan in het digitale dossier.