ECLI:NL:RBDHA:2020:7749
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening inzake intrekking ontheffing sluitingstijd horecagelegenheid in Noordwijk
Op 14 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van 't Zeepaardje B.V. tegen de Burgemeester van Noordwijk. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van de intrekking van de ontheffing van de sluitingstijd van de horecagelegenheid, gelegen aan de Grent 16 te Noordwijk. De burgemeester had op 21 juli 2020 besloten de ontheffing per direct in te trekken, omdat de horecagelegenheid zich niet had gehouden aan de voorschriften van de Noodverordening Covid-19. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. J. de Vries, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen fysieke zitting heeft plaatsgevonden vanwege de coronamaatregelen, maar dat partijen via Skype zijn gehoord. De rechter overwoog dat er sprake was van spoedeisend belang, gezien de financiële situatie van verzoekster, die mogelijk failliet zou gaan door de intrekking van de ontheffing. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de burgemeester bevoegd was om de ontheffing in te trekken, gezien de overtredingen die waren geconstateerd en de waarschuwing die eerder was gegeven aan verzoekster.
De rechter heeft de argumenten van verzoekster, waaronder het beroep op het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, niet gevolgd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de intrekking van de ontheffing niet onevenredig was en dat verzoekster op de hoogte was van de mogelijkheid van intrekking na eerdere overtredingen. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarmee de intrekking van de ontheffing van de sluitingstijd in stand bleef.