ECLI:NL:RBDHA:2020:7956

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
20 augustus 2020
Zaaknummer
NL20.11925
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die de Nigeriaanse nationaliteit heeft en geboren is in 1992, heeft samen met haar minderjarige kind een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Duitsland volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft op 14 juli 2020 de zaak behandeld via een Skype-beeldverbinding, waarbij zowel verzoekster als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de rechtbank inmiddels op het beroep van verzoekster had beslist in een andere zaak (NL20.11924), waardoor een voorlopige voorziening niet meer mogelijk was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vranken. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.11925
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster] ,mede namens haar minderjarige kind [minderjarige] , verzoekster V-nummers: [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. F.S. Boedhoe), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. Talsma).

Procesverloop

Bij besluit van 4 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is, tezamen met de behandeling van het door verzoekster ingediende beroep met zaaknummer NL20.11924 en het beroep en voorlopige voorziening van [A] (NL20.11922 en NL20.11923), behandeld op 14 juli 2020 door middel van een Skype- beeldverbinding. Verzoekster en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

Verzoekster stelt dat zij de Nigeriaanse nationaliteit heeft en dat zij is geboren op [1992] .
Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.11924, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
16 juli 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.