3.3.1Feit 1
Verklaring aangeefster
[slachtoffer 1] heeft het volgende verklaard. Op 14 maart 2019 had zij een date met [verdachte] (de rechtbank begrijpt: de verdachte) in zijn woning in Rijnsburg. De bedoeling was een kopje thee drinken en een massage. Ze gingen naar de slaapkamer. [slachtoffer 1] trok haar kleding uit en hield haar lingerie, bestaand uit een bh en een bodystocking, aan. De verdachte vroeg haar of hij de bh en de bodystocking bij haar rug los mochten, en toen begon de massage. De verdachte zei tegen [slachtoffer 1] dat hij haar billen en haar voorkant ook wilde masseren, waarop [slachtoffer 1] hem vroeg of dat voor hem oké was, en of hij het nog onder controle had. Zij vroeg hem dit, omdat ze bij een vorige afspraak met de verdachte had gemerkt dat hij zijn emoties niet onder controle had. [slachtoffer 1] heeft zich vervolgens omgedraaid en de verdachte deed haar bodystocking en bh uit, wat zij toeliet. De verdachte heeft vervolgens verschillende handelingen bij haar verricht, zoals het kussen van haar borsten, het oraal bevredigen en kussen op de mond. Dit heeft [slachtoffer 1] , ondanks dat dit niet de afspraak was, laten gebeuren. [slachtoffer 1] wilde zich vervolgens aankleden om weg te gaan. De verdachte zei hierop tegen haar: ‘jij gaat niet weg’. Hij vroeg haar of hij haar weer mocht beffen, waarop [slachtoffer 1] zei dat ze dat niet wilde. De verdachte stond op en deed de deur van de slaapkamer dicht. [slachtoffer 1] heeft vervolgens een flesje parfum van het nachtkastje gepakt en richtte het op hem alsof ze zou gaan sprayen. De verdachte pakte een flesje deodorant en zo stonden ze tegenover elkaar. Hij legde de deo weer weg, [slachtoffer 1] pakte die op en sprayde daarmee in zijn ogen. [slachtoffer 1] belandde weer op bed met de verdachte op haar en heeft geprobeerd de verdachte met haar voeten van zich af te duwen. De verdachte had haar keel vast, hij had haar vastgepind op het bed en er ontstond een worsteling. [slachtoffer 1] begon te schreeuwen, waarop de verdachte zei dat als zij nog een keer zou schreeuwen, hij haar zou slaan. De broek van de verdachte was inmiddels los. [slachtoffer 1] bleef worstelen en wilde hem van haar afduwen, maar het lukte niet. Op een gegeven moment heeft ze zijn penis vastgepakt om erin te knijpen. De verdachte zat vervolgens met zijn vingers in haar kont en in haar vagina te duwen. De verdachte zei tegen haar: ‘laat mij jou alleen dan zien’ en vroeg haar of zij haar benen open wilde doen. De verdachte heeft zich vervolgens afgetrokken en is klaargekomen. Hij zat op dat moment geknield voor [slachtoffer 1] , met zijn lichaam aan haar linkerbeen. [slachtoffer 1] zei tegen de verdachte dat hij haar pijn had gedaan. Hierna zei de verdachte tegen haar dat hij haar wilde terugpakken en dat hij een mes ging pakken. Hij stond op en liep richting de keuken. [slachtoffer 1] zag toen haar kans om te vluchten en is naakt het huis uitgerend en heeft bij een buurvrouw 112 gebeld.
Verklaring buurvrouw
[naam 1] heeft verklaard dat iemand in de middag van 14 maart 2019 naakt voor haar voordeur stond, op de deur klopte en aan haar vroeg of ze de politie mocht bellen. Deze vrouw vertelde dat ze op het adres met nummer 18 was geweest, hier woont de verdachte. De vrouw kwam op [naam 1] over als een beetje in paniek. Ze deed heel zenuwachtig en was een beetje aan het trillen.
Bevindingen politieambtenaar op 14 maart 2019
Op 14 maart 2019 zijn politieambtenaren naar aanleiding van een melding bij de centrale meldkamer naar het adres van [naam 1] en het adres van de verdachte gegaan. In de woning van [naam 1] trof een politieambtenaar een vrouw aan die vertelde dat zij voor de tweede keer een afspraak had met de meneer op nummer 18 via datingsite ‘ [naam 2] ’, dat zij nu een tweede date hadden en dat zij op bed gemasseerd werd door hem. Het masseren ging over in beffen en de man wilde meer. Toen zij aangaf dat zij dat niet wilde, kreeg hij een rare blik in zijn ogen en wilde hij haar verkrachten. De vrouw heeft zich vervolgens verweerd en geprobeerd zich los te worstelen. Zij heeft hem daarbij in zijn ballen geknepen en heeft geprobeerd met deodorant in zijn ogen te spuiten.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij voor de tweede keer met [slachtoffer 1] had afgesproken, via datingwebsite [naam 2] . [slachtoffer 1] had last van spierpijn en wilde gemasseerd worden. Ze zijn naar de slaapkamer gegaan, ze heeft zich uitgekleed tot haar lingerie en de verdachte heeft haar schouders gemasseerd. Hij heeft daarna haar borsten gemasseerd en zij liet zich door hem oraal bevredigen. Toen hij klaar was met masseren, zei ze dat ze naar huis moest. Hij vroeg haar of ze nog even bij elkaar konden liggen. Zij zei hem dat ze een beangstigend gevoel kreeg van zijn ogen, pakte een fles Dove uit de kast en liet merken dat ze het niet wilde en dat ze bang van hem was. Ze stond met de bus deo in haar hand alsof ze in zijn ogen ging spuiten. De verdachte heeft verklaard dat hij haar toen hardhandig heeft aangepakt en op bed heeft gegooid. Ze hebben een kleine worsteling op bed gehad, waarbij [slachtoffer 1] hem in zijn kruis heeft gepakt, en waarna hij zichzelf heeft bevredigd. Hij heeft haar gezegd dat ze hem zo gek had gemaakt en vroeg haar om naar hem te kijken tijdens het aftrekken. De spanning was volgens de verdachte door alle dingen nogal opgelopen.
Verschillende lezingen
De rechtbank kan op basis van de verklaringen van [slachtoffer 1] en de verdachte vaststellen dat zij elkaar in de middag van 14 maart 2019 hebben ontmoet in de woning van de verdachte. Op grond van die verklaringen staat ook vast dat sprake is geweest van fysiek seksueel contact. De verdachte heeft [slachtoffer 1] over haar hele lichaam gemasseerd en heeft haar – met haar goedvinden – oraal bevredigd en gezoend op de mond. [slachtoffer 1] en de verdachte verklaren ook allebei dat kort daarna een moment is gekomen dat [slachtoffer 1] weg wilde gaan, dat zij kenbaar heeft gemaakt dat ze bang voor de verdachte was en dat zij een fles deodorant in haar handen heeft gehad en die ook heeft gericht op de verdachte. Hierna zijn zij weer op bed terechtgekomen en is een worsteling tussen hen ontstaan.
De lezingen over hetgeen hierna is gebeurd, liggen op enkele punten uiteen. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat de verdachte haar heeft gepenetreerd met meerdere vingers, terwijl de verdachte dit ontkent. De verdachte heeft ook ontkend dat hij tegen [slachtoffer 1] heeft gezegd dat zij niet weg mocht, dat hij heeft gezegd dat hij haar zou slaan en dat hij haar bij de hals heeft gepakt. De verdachte heeft hierover verklaard dat het seksuele contact vrijwillig heeft plaatsgevonden.
Op grond van de verklaringen van [slachtoffer 1] en de verdachte kan de rechtbank verder vaststellen dat de verdachte zichzelf na deze worsteling heeft bevredigd terwijl [slachtoffer 1] nog bij hem op het bed lag. Hierna is de verdachte de kamer uitgelopen en is [slachtoffer 1] naakt het appartement uitgegaan. Zij heeft bij een van de buren aangebeld en is daar naar binnen gegaan.
Gezien de ontkennende verklaring van de verdachte op dit punt, dient de verklaring van aangeefster betrouwbaar te zijn en in voldoende mate te worden ondersteund door ander bewijsmateriaal om aan de bewijsminimumregel van artikel 342 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering te kunnen voldoen.
Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] driemaal een verklaring heeft afgelegd bij de politie. Haar verklaringen over hetgeen op 14 maart 2019 in de woning is voorgevallen zijn zeer gedetailleerd en consistent. De rechtbank hecht in dit verband waarde aan de verklaring van de buurvrouw [naam 1] , die [slachtoffer 1] ziet en spreekt kort nadat zij uit de woning van de verdachte is gevlucht. Zij beschrijft [slachtoffer 1] als naakt, trillend en licht in paniek. Verder vindt de rechtbank steun voor de verklaring van [slachtoffer 1] in de verklaring van de verdachte over, onder meer, de worsteling die heeft plaatsgevonden op het bed en de daaropvolgende zelfbevrediging door de verdachte. Op deze belangrijke punten sluit de verklaring van de verdachte aan op die van [slachtoffer 1] . Anders dan de raadsman heeft bepleit, is hiermee geen sprake van een situatie waarin het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, slechts volgt uit de verklaring van aangeefster.
Het door de verdachte geschetste alternatieve scenario, inhoudende dat seksuele handelingen met instemming van [slachtoffer 1] hebben plaatsgevonden, acht de rechtbank niet aannemelijk. Uit zowel de verklaring van de verdachte als die van [slachtoffer 1] volgt dat [slachtoffer 1] op enig moment met woorden als met fysieke uitingen aan de verdachte kenbaar heeft gemaakt dat handelingen tegen haar wil plaatsvonden. Daarnaast overweegt de rechtbank dat de omstandigheden hieromheen, namelijk de vlucht van [slachtoffer 1] , geheel ontkleed, uit de woning van de verdachte, niet stroken met de door de verdachte geschetste vrijwilligheid bij [slachtoffer 1] . Het dossier bevat verder geen enkel aanknopingspunt dat het door de verdachte geschetste scenario ondersteunt.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte zal (partieel) worden vrijgesproken voor de ten laste gelegde onderdelen ‘ik ga een mes pakken’ en ‘daarbij richting de keuken te lopen’. Deze feitelijke handelingen vonden plaats ná het ten laste gelegde feit, de verkrachting van [slachtoffer 1] , en konden daarmee niet bijdragen aan de verwezenlijking daarvan.
3.3.2Feiten 2 en 3
Verklaring [slachtoffer 2]
heeft aangifte gedaan van bedreiging en aanranding.
Zij heeft verklaard dat zij op een maandag in februari 2019 met de verdachte had afgesproken om haar met haar nieuwe telefoon te helpen. Toen zij in de woning van de verdachte was, draaide hij de deur op slot en deed hij de sleutel in zijn zak. Ze zijn op de bank naast elkaar gaan zitten, toen zij hem haar telefoon gaf. Hij heeft haar telefoon toen op het tafeltje gelegd en gezegd: ‘je bent een bloedgeil wijf’. Hierop heeft [slachtoffer 2] hem bedankt en de telefoon weer aan hem gegeven, zodat hij deze kon maken. De verdachte zei vervolgens tegen haar: ‘Je windt me op’. Vervolgens duwde hij haar en kroop hij met zijn lichaam op haar. De mond van de verdachte kwam bij de mond van [slachtoffer 2] en zij heeft hierop zijn wangen vastgepakt, met haar handpalm om zijn mond heen om duidelijk te maken dat ze niet gezoend wilde worden. Ze heeft hem vervolgens gezegd dat ze voor haar telefoon kwam, en voor niets anders. Hij zei hier niets op terug, maar ging toen met zijn hand onder haar trui. Hij kwam hierbij op het shirt dat zij onder haar trui aan had, en op haar bh, en raakte haar rechterborst aan. Hierop heeft [slachtoffer 2] hem hard geslagen in het gezicht. De verdachte deed toen zijn beide handen om haar nek en kneep behoorlijk hard. Hij heeft hierbij tegen haar gezegd: ‘ik maak je af en ik weet een plekje waar ik je kan dumpen’, ‘je weet niet met wie je te maken hebt’. [slachtoffer 2] verklaarde dat zij rustig is gebleven en uiteindelijk werd de verdachte ook weer rustig. De verdachte heeft haar nog verder geholpen met haar telefoon en zei later: ‘Je moet niet denken dat ik bang ben voor de politie, want ik schiet ze neer, ik heb een pistool, moet ik hem pakken.’ De verdachte vroeg haar of zij hem bij de bushalte kon afzetten en dit heeft ze gedaan. Hierna is ze naar huis gereden. Door al deze dingen die hij heeft gezegd, door wat hij heeft gedaan en de blik in de ogen van de verdachte, is [slachtoffer 2] bang voor de verdachte. Zij noemt de veranderende blik in zijn ogen heel opvallend. Eerst was de verdachte vriendelijk, daarna kwam de agressieve blik in zijn ogen.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 2] kent via [naam 2] en dat zij bij hem op de koffie is geweest met haar nieuwe telefoon waar ze niets van snapte. Hij heeft haar telefoon opnieuw geïnstalleerd. Ze zat toen naast hem op de bank en hij heeft haar geprobeerd te zoenen op haar mond. Dat wilde ze niet, ze duwde hem gelijk weg en was direct verbaal naar hem toe. Ze heeft hem hard in het gezicht geslagen en er zijn op dat moment woorden gevallen.De verdachte heeft ook verklaard dat hij dacht dat het een date was en dat het geen goede zet van hem was geweest om aan haar borsten te zitten. Hij heeft dat gedaan, omdat hij door [slachtoffer 2] geslagen werd.
Beoordeling van het bewijs
[slachtoffer 2] heeft een verklaring afgelegd bij de politie die gedetailleerd is over hoe het ten laste gelegde heeft plaatsgevonden en wat de rol van de verdachte hierin is geweest. De verklaring van [slachtoffer 2] wordt op enkele punten ondersteund door de verklaring van de verdachte. Zij verklaren gelijkluidend over de manier waarop zij elkaar via [naam 2] hebben ontmoet en over het maken van een afspraak voor het repareren van de telefoon van [slachtoffer 2] . Zij verklaren ook in grote lijnen hetzelfde over het feit dat de verdachte tijdens die afspraak heeft geprobeerd [slachtoffer 2] te zoenen, dat zij hem vervolgens heeft geslagen en dat hij haar borst heeft betast. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 2] betrouwbaar is en als bewijs kan worden gebruikt.
De rechtbank ziet in de verklaring van de verdachte ook voldoende ondersteuning voor de aan hem onder feit 2 ten laste gelegde aanranding van de eerbaarheid van [slachtoffer 2] , door onverhoeds zijn hand onder haar de kleding te brengen en haar borsten te betasten. Dit heeft – volgens voorgenoemde verklaringen – plaatsgevonden nadat [slachtoffer 2] zowel met woorden (door te zeggen dat ze alleen voor de telefoon kwam) als daden (door de verdachte te slaan) kenbaar had gemaakt dat ze geen seksueel contact met de verdachte wilde.
Het (trachten te) zoenen van de mond van [slachtoffer 2] wordt in dit specifieke geval door de rechtbank niet gezien als een ontuchtige handeling. [slachtoffer 2] en de verdachte hadden via [naam 2] een afspraak gemaakt bij de verdachte thuis. Deze afspraak werd door de verdachte als een ‘date’ geïnterpreteerd. Pas vanaf het moment dat [slachtoffer 2] expliciet, in woorden of daden, aangaf dat zij niet van de avances van de verdachte was gediend ontstond naar het oordeel van de rechtbank een situatie waarin de (ten laste gelegde) ontuchtige handelingen uitdrukkelijk een wederrechtelijk karakter kregen.
Ook hier zal de verdachte (partieel) worden vrijgesproken voor een deel van de ten laste gelegde feitelijke handelingen.
Uitspraken en handelingen die de verdachte voorafgaand aan dat moment zou hebben gedaan, zoals ‘je windt me op’, of het duwen tegen de schouders van [slachtoffer 2] , hebben naar het oordeel van de rechtbank dan ook onvoldoende gewicht om te kunnen worden bezien als bedreigend of als een ‘andere feitelijkheid’ die op dat moment bijdroegen aan, dan wel gericht waren op het mogelijk maken van, de ontuchtige handeling. Datzelfde geldt voor de uitlatingen van de verdachte enige tijd ná het incident. Zijn uitlatingen als “ik maak je af en ik weet een plekje waar ik je kan dumpen”, hebben naar het oordeel van de rechtbank niet bijgedragen aan de ontuchtige handeling, zijnde het betasten van de borst van [slachtoffer 2] .
Vrijspraak feit 3, bedreigingen
De geuite bedreigingen die onder feit 3 zijn ten laste gelegd – waarover door [slachtoffer 2] is verklaard, vinden geen steun in enig ander bewijsmiddel. Daarmee constateert de rechtbank dat niet is voldaan aan het bewijsminimum voor deze specifieke uitingen, zodat de verdachte om die reden hiervan dient te worden vrijgesproken. Dit heeft een integrale vrijspraak van het onder feit 3 ten laste gelegde tot gevolg.