Op 17 augustus 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in Afghanistan. De officier van justitie had op 14 augustus 2020 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 13 augustus 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek telefonisch gehouden, vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen in verband met COVID-19. Tijdens de zitting verklaarde de betrokkene dat hij geen persoonlijke bezittingen had en dat hij hulp nodig had, maar hij verzet zich tegen terugkeer naar Afghanistan.
De arts die de betrokkene had onderzocht, verklaarde dat hij in psychotische toestand was aangetroffen en last had van stemmen die hem opdrachten gaven, waaronder zelfbeschadiging. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, en dat dit nadeel vermoedelijk werd veroorzaakt door een paranoïde psychotische stoornis. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, noodzakelijk was om het dreigende nadeel af te wenden.
De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 7 september 2020. De beschikking is gegeven door rechter N.B. Verkleij, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.