ECLI:NL:RBDHA:2020:8244
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet; beoordeling zelfstandigheid en urencriterium
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 13 augustus 2020, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had een aanvraag om bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet (Pw) ingediend, welke door het college van burgemeester en wethouders van Westland was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had onderzocht of eiser voldeed aan het urencriterium van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Eiser betwistte dat hij als zelfstandige kon worden aangemerkt en voerde aan dat hij geen bedrijfsactiviteiten meer had en niet levensvatbaar was. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet had aangetoond dat eiser in de beoordelingsperiode aan het urencriterium voldeed. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op een nieuw besluit te nemen, waarbij het betaalde griffierecht aan eiser werd vergoed en verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van eiser.