ECLI:NL:RBDHA:2020:8311
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan relevante nieuwe elementen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 augustus 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Eritreese nationaliteit claimende jongere, had een asielaanvraag ingediend die eerder was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag niet-ontvankelijk was verklaard omdat eiser niet in staat was geweest om zijn identiteit, nationaliteit en herkomst aannemelijk te maken. Eiser had een opvolgende asielaanvraag ingediend, waarbij hij documenten zoals bewonerspassen van zijn gestelde ouders en een doopakte had overgelegd. De rechtbank oordeelde dat deze documenten niet als identificerende documenten konden worden beschouwd en dat er geen relevante nieuwe elementen waren die de eerdere afwijzing konden onderbouwen.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de vergewisplicht van de verweerder met betrekking tot de doopakte, niet gevolgd. De rechtbank stelde vast dat de doopakte, ongeacht de echtheid, niet voldeed als identificerend document. Ook de bewonerspassen werden niet als bewijs voor de identiteit van eiser erkend. De rechtbank concludeerde dat verweerder op goede gronden een inreisverbod van twee jaar had opgelegd, omdat eiser niet had voldaan aan een eerder terugkeerbesluit. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.