ECLI:NL:RBDHA:2020:8459

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
1 september 2020
Zaaknummer
NL20.10727 en NL20.10729
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met aanhouding van beroepszaken

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van asielprocedures. Verzoekers, een gezin met een minderjarig kind, hadden aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvragen. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 17 juli 2020, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, is vastgesteld dat er een ander beroep aanhangig was dat betrekking had op de internationale beschermingsstatus van verzoeker. De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat het belang van verzoekers om de uitkomst van hun beroepen in Nederland af te wachten zwaarder weegt dan het belang van de Staat om hen over te dragen aan Spanje voordat er een uitspraak is gedaan. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten de behandeling van de beroepen aan te houden en de bestreden besluiten te schorsen.

De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat verzoekers niet mogen worden overgedragen aan Spanje totdat er een beslissing is genomen op de aanhoudende beroepen. Daarnaast is de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, die zijn vastgesteld op € 1.050,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, in aanwezigheid van griffier mr. T.R. Oosterhoff - Vos, en is bekendgemaakt op 22 juli 2020. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.10727 en NL20.10729
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker], verzoeker, V-nummer: [V-nummeraanduiding 1]
[verzoekster], verzoekster, V-nummer: [V-nummeraanduiding 2] mede namens het minderjarige kind
[naam minderjarige], V-nummer: [V-nummeraanduiding 3] hierna gezamenlijk verzoekers (gemachtigde: mr. V. Senczuk),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.C. Theodoulou).

Procesverloop

Bij besluiten van 14 mei 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep (NL20.10726 en NL20.10728) ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de beroepen, plaatsgevonden op 17 juli 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Baban. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verweerder heeft bij besluit van 31 januari 2020 de internationale beschermingsstatus van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van verzoeker beëindigd. Verzoeker heeft in die procedure op 14 mei 2020 beroep ingesteld. Het zaaknummer van dit beroep is NL20.10730. Verzoekers hebben in de onderhavige procedures aangevoerd dat verweerder ten onrechte de internationale beschermingsstatus van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van verzoeker heeft beëindigd.
2. Met partijen heeft de voorzieningenrechter ter zitting vastgesteld dat het beroep met zaaknummer NL20.10730 bij deze rechtbank en zittingsplaats nog aanhangig is. Partijen hebben hierop ter zitting te kennen gegeven in te stemmen met de aanhouding van de onderhavige beroepen totdat de rechtbank heeft beslist in deze beroepszaak. Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding de behandeling van de beroepen NL20.10726 en NL20.10728 aan te houden.
3. Het belang van verzoekers om deze beroepen in Nederland af te wachten weegt naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dit moment zwaarder dan het belang van verweerder om hen, voordat uitspraak is gedaan op de beroepen, over te dragen aan Spanje. De voorzieningenrechter wijst om die reden de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening toe, schorst de bestreden besluiten en bepaalt dat verzoekers niet mogen worden overgedragen aan Spanje totdat op de (aangehouden) beroepen tegen die bestreden besluiten is beslist.
4. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.050,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1). Als aan verzoekers een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • houdt de behandeling van de beroepen NL20.10726 en NL20.10728 aan totdat is beslist in de beroepszaak NL20.10730;
  • treft de voorlopige voorziening dat de bestreden besluiten worden geschorst en dat verzoekers niet mogen worden overgedragen aan Spanje totdat is beslist op de beroepen NL20.10726 en NL20.10728;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 1.050,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff - Vos, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is gedaan en bekendgemaakt op:
22 juli 2020

Documentcode: DSR12245746

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.