ECLI:NL:RBDHA:2020:853

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 januari 2020
Publicatiedatum
3 februari 2020
Zaaknummer
C/09/586681 / FA RK 20-34
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 januari 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en plaats, die momenteel verblijft in een accommodatie. De officier van justitie had op 8 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 7 januari 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat, een arts, een psychiater in opleiding en een verpleegkundige aanwezig waren.

De betrokkene heeft verweer gevoerd tegen de verlenging van de maatregel, waarbij hij aangaf dat hij bezig was met het opruimen van zijn woning en dat hij niet op afspraken met zijn ambulante behandelaars was verschenen vanwege persoonlijke redenen. De psychiater heeft echter verklaard dat de betrokkene manisch gedrag vertoonde en dat er ernstige zorgen waren over zijn toestand, vooral gezien zijn eerdere gedrag dat leidde tot schade aan zijn woning en overlast voor medebewoners.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstige materiële schade en verwaarlozing, en dat het gedrag van de betrokkene mogelijk voortvloeit uit een psychische stoornis. De rechtbank heeft besloten dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden en heeft een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor een periode van drie weken, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is gegeven door rechter O.F. Bouwman en is vastgesteld op 30 januari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/586681 / FA RK 20-34
Datum beschikking: 13 januari 2020
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikkingnaar aanleiding van het op 08 januari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[de man]
hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats] 5,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. G.E.M. Later te 's-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 08 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 7 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag tot het nemen van de crisismaatregel van 7 januari 2020;
  • een op 7 januari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 januari 2020.
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de [arts] ;
- de [psychiater i.o.] ,
- de [verpleegkundige] .
1.4
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Verweer

De betrokkene heeft ter zitting verweer gevoerd. De betrokkene heeft verklaard dat hij al jaren bezig is met het opruimen van zijn huis en dat dit de derde opname is die daaraan is gerelateerd. Er is water naar beneden gesijpeld en de zekering is doorgeslagen. De betrokkene wil helpen om de waterschade op te lossen mocht die bij de garageboxen van de medebewoners zijn ontstaan. De betrokkene is van mening dat hij alles in zijn eigen woning mag doen, ook met verf gooien. Het is de betrokkene niet bekend dat hij zijn woning niet meer in zou mogen. Dat de betrokkene begin januari 2020 niet naar de afspraak met zijn ambulante behandelaars is gekomen, komt doordat hij nog aan het feesten was.
De advocaat heeft afwijzing van het verzoek bepleit. De betrokkene is al enige tijd met zijn woning bezig. De buren hebben geklaagd. Er is geen sprake van gevaar.
De psychiater heeft verklaard dat de betrokkene ambulant onder behandeling is en op
2 januari en op 6 januari 2020 niet naar een afspraak met zijn ambulante behandelaars is gekomen. Bij binnenkomst was sprake van een manisch toestandsbeeld. Op 8 januari is gestart met Olanzopine waarna het beeld nu wel wat rustiger is geworden. Er zijn ernstige zorgen zodra de betrokkene de medicatie niet inneemt. Het ernstig nadeel is aanwezig. De woningbouwvereniging zou procedure tot uithuiszetting zijn gestart. De betrokkene kan niet meer terug naar zijn woning. Hij heeft ernstige waterschade en overlast bij medebewoners veroorzaakt. Ook is de betrokkene agressief richting anderen. De betrokkene heeft zijn zwager gebeld, heeft hem uitgescholden en vertelde dat hij hete koffie over hem heen wil gooien. De familie van de betrokkene maakt zich ernstig zorgen omdat er twee keer eerder een rechterlijke machtiging is afgewezen. Er is risico op maatschappelijk teloorgang. Omdat het in het vrijwillig kader telkens escaleert wordt nu naar een zorgmachtiging gekeken.
De arts heeft verklaard dat betrokkene twee keer niet op gesprek is verschenen en een verwarde mail naar de behandelaar heeft gestuurd. De betrokkene heeft zijn woning vernield, de deur gebarricadeerd en de deur onder de verf gegooid.

3.Beoordeling

3.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
-ernstige materiële schade;
-ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
-de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
-de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene zijn woning heeft vernield en de deur had gebarricadeerd met goederen uit de woning en de waterkraan van zijn woning heeft opengezet waardoor er waterschade is ontstaan. Ook heeft betrokkene meerdere keren voorwerpen richting de deur gegooid toen de politie in zijn huis was en heeft hij zijn zwager met de dood bedreigd. Door het gedrag van de betrokkene dreigt inmiddels uithuiszetting. Voormelde gedragingen zorgen voor het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
3.2.
De psychiater heeft ter zitting aangegeven dat niet alle vormen van verplichte zorg die door de officier van justitie zijn verzocht noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. Gelet op de inhoud van de stukken en hetgeen ter zitting is besproken is de rechtbank van oordeel dat de volgende in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
-Toedienen van medicatie voor de duur van maximaal drie weken;
-Beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van maximaal drie weken;
-Insluiten voor de duur van maximaal drie weken;
-Uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van maximaal drie weken;
-Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van maximaal drie weken;
-Opnemen in een accommodatie voor de duur van maximaal drie weken.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.3
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.4
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, als hierna te melden, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:
[de man]
geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
-Toedienen van medicatie voor de duur van maximaal drie weken;
-Beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van maximaal drie weken;
-Insluiten voor de duur van maximaal drie weken;
-Uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van maximaal drie weken;
-Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van maximaal drie weken;
-Opnemen in een accommodatie voor de duur van maximaal drie weken.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 februari 2020.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. O.F. Bouwman, rechter, bijgestaan door A.E. Babulall-Balkaran als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 januari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.