ECLI:NL:RBDHA:2020:8694

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 september 2020
Publicatiedatum
7 september 2020
Zaaknummer
NL20.14331 en NL20.14333
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asiel na beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op verzoeken om voorlopige voorzieningen in het kader van asielaanvragen van een Syrisch gezin. De verzoekers, bestaande uit een verzoeker, verzoekster en hun drie minderjarige kinderen, hebben tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure niet-ontvankelijk waren verklaard. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet uit gezet zouden worden totdat op hun beroepen was beslist.

De zitting vond plaats op 20 augustus 2020, waarbij de verzoekers werden bijgestaan door hun gemachtigde, mr. M. Terpstra, en de heer Al Nima als tolk aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de bodemzaken met de zaaknummers NL20.14330 en NL20.14332, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, welke zijn vastgesteld op € 525,-. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ok, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.14331 en NL20.14333

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker] , verzoeker,

V-nummers: [#] ,
en
[verzoekster], verzoekster,
V-nummer: [##] ,
en hun minderjarige kinderen:
[kind 1] , [kind 2] en [kind 3] ,
V-nummers: [###] , [####] en [#####] ,
samen te noemen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. M. Terpstra),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K.M.A. van der Heijden).

ProcesverloopBij afzonderlijke besluiten van 20 juli 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdin de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard.

Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de beroepen met zaaknummers NL20.14330 en NL20.14332, plaatsgevonden op 20 augustus 2020. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen de heer Al Nima. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoekers zijn van Syrische nationaliteit. Verzoeker is geboren op [geboortedatum 1] , verzoekster op [geboortedatum 2] . Hun kinderen zijn geboren op [geboortedatum 3] ( [naam 1] ), [geboortedatum 4] ( [naam 2] ) en [geboortedatum 5] ( [naam 3] ).
Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht verweerder te verbieden hen uit te zetten totdat op hun beroepen is beslist.
3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL20.14330 en NL20.14332, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
4. Gelet op de uitkomst van de bodemzaken veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, samenhangende zaken met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ok, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier.
De uitspraak is gedaan op:
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.