ECLI:NL:RBDHA:2020:8697

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 september 2020
Publicatiedatum
7 september 2020
Zaaknummer
NL20.14958
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenveroordeling

In de zaak tussen verzoekster en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 september 2020 uitspraak gedaan. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Polen verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet aan de Poolse autoriteiten zou worden overgedragen totdat op haar beroep was beslist.

De zitting vond plaats op 20 augustus 2020, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. K.M.A. van der Heijden, en haar zoon was ook aanwezig. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. J. Singh. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter overwogen dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (zaaknummer NL20.14957), een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 525,-. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift is toegekend met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor van 1. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ok, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.14958

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. J. Singh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K.M.A. van der Heijden).

Procesverloop

Bij besluit van 3 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL20.14957, plaatsgevonden op 20 augustus 2020. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Haar zoon [naam] was ook aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht verweerder te verbieden haar over te dragen aan de Poolse autoriteiten totdat op haar beroep is beslist.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.14957, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ok, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier.
De uitspraak is gedaan op:
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.