3.3De beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank stelt voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door de aanwezigheid van slechts twee personen bij de veronderstelde seksuele handelingen: het slachtoffer en de verdachte. Wanneer dan de verdachte de seksuele handelingen ontkent, hetgeen zich ook in deze zaak voordoet, leidt dat er in veel gevallen toe dat slechts de verklaring van het slachtoffer als wettig bewijs beschikbaar is. Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is uitsluitend deze verklaring echter onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Voor een bewezenverklaring moet er sprake zijn van steunbewijs dat niet alleen van dezelfde bron afkomstig is.
In zedenzaken kan een geringe mate van steunbewijs in combinatie met de verklaringen van het slachtoffer voldoende wettig bewijs van het tenlastegelegde opleveren.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat het misbruik als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangever/-geefster op onderdelen voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Daar staat tegenover dat tussen de verklaring en het overige bewijsmateriaal een niet te ver verwijderd verband mag bestaan.
Tegen de achtergrond van dit kader wordt het volgende overwogen.
De moeder van [slachtoffer] heeft op 6 juni 2016 aangifte gedaan tegen [verdachte] (hierna te noemen: de verdachte). Zij verklaarde dat [slachtoffer] (geboren op 3 januari 2001) en de stiefdochter van de verdachte, [getuige] , verliefd op elkaar zijn en dat het contact tussen hen via de verdachte verloopt. De verdachte heeft via Facebook contact met [slachtoffer] en ze hebben seks met elkaar gehad. Dat heeft [slachtoffer] aan haar nichtje [betrokkene] verteld in een gesprek tussen hen dat is opgenomen. [slachtoffer] heeft het over pijpen en sperma en zij moet dat dan bij de verdachte doen om contact te krijgen met [getuige] . Dat gebeurde dan in de woning van een buurvrouw.
Op 4 april 2018 heeft [slachtoffer] tegenover de politie verklaard seksuele handelingen te moeten verrichten bij de verdachte om [getuige] te mogen zien. Ze verzon smoesjes om hem niet te hoeven zien, maar de verdachte zei tegen haar dat zij met hem moest omgaan als zij [getuige] wilde zien. Gedurende vier maanden heeft zij de verdachte tien keer gepijpt en zes keer onveilig seks met hem gehad waarbij hij in haar vagina is klaargekomen. Hij is een keer klaargekomen in haar keel waardoor zij moest kokhalzen. Ook heeft hij haar op haar mond gezoend met zijn tong en haar borsten en vagina betast. Ze kreeg na de seks € 20,- van hem voor het kopen van een morning-after pil waarna zij zich een hoer voelde. Deze incidenten hebben plaatsgevonden van maart 2016 tot augustus 2016. Ze was in die periode 15 jaar oud. Alle keren gebeurde het in het huis van een inmiddels overleden buurvrouw genaamd [betrokkene] . Deze [betrokkene] kreeg drugs in ruil voor het beschikbaar stellen van haar slaapkamer. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij en de verdachte elkaar ook één keer in een kantoor in Rijswijk hebben ontmoet. [betrokkene] is inmiddels overleden.
Uit onderzoek is gebleken dat er een vrouw genaamd [betrokkene] , woonachtig was in Delft, op 500 meter afstand van het huis van de verdachte, en in de politiesystemen voorkwam als drugsgebruiker. Tevens is gebleken dat zij op 25 augustus 2017 is overleden.
Aan [slachtoffer] , het nichtje van [slachtoffer] , is gevraagd om heimelijk gesprekken tussen haar en [slachtoffer] op te nemen.Één van die gesprekken is beluisterd en schriftelijk uitgewerkt in het dossier. In dit gesprek zegt [slachtoffer] tegen [slachtoffer] dat zij de vader van haar beste vriendin (de rechtbank begrijpt: de verdachte) pijpt en ook dat ze hem neukt in het huis van de buurvrouw om zo [getuige] te kunnen zien. De buurvrouw legt dan handdoeken voor hen klaar in de slaapkamer. Ook zegt [slachtoffer] in dit gesprek dat ze drie keer seks met hem heeft gehad en nog seks met hem gaat hebben. Ze moest zijn sperma inslikken en dat vond ze vies.
De chatgesprekken tussen [slachtoffer] en het account van de verdachte die in de tenlastegelegde periode hebben plaatsgevonden, zijn in het dossier gevoegd. De rechtbank heeft een selectie gemaakt van die gesprekken die onder meer bestonden uit de navolgende berichten – letterlijk weergegeven:
Gesprek van 17 mei 2016
[slachtoffer] :want me coach let ook op mij deze week
Nee ik heb niet
[verdachte] :oke
Niemand zeggen dat wij contact hebben ook [getuige] niet ze doet echt raar
[slachtoffer] :is goed
[verdachte] :(…) wat is er gebeurt
Ze is jaloers denk ik
(…) ik mis jou
[slachtoffer] :(…) awh ik u ook
[slachtoffer] :misschien heeft ze deze berichten gelezen
dat ze daarom boos is (…)
[verdachte] :kan je maandag komen om 11 uur
[slachtoffer] :ja is goed
[verdachte] :Love you jaan
[slachtoffer] :love you too
Gesprek van 22 mei 2016
[slachtoffer] :ik moet met [getuige] praten
[verdachte] :Ik regel wel wat (…)
[slachtoffer] :oke
[verdachte] :zie ik je morgen
[slachtoffer] :ja
[verdachte] :Oke 11 uur
[slachtoffer] :ik kan niet zo lang want me vader komt me om half 3 van school halen
moet naar ziekenhuis want me rug is gekneusd
Gesprek van 23 mei 2016
[slachtoffer] :(…) weet u wat et is ik ben niet meer die [slachtoffer] die heletijd achter der bil aanloopt ik heb nu van ai als je wilt blijven dan blijf je zo niet ga maar weg
[verdachte] :(…) Ja. Dat is zo
Maar ik wil wel achter jou bil lopen want zijn mooie houvast
(…) Oke
Dus ook al laat je [getuige] maar mij laat je niet
(…) En je weet ik hou van jou
Gesprek van 24 mei 2016
[verdachte] :(…) Ga je zaterdag mee
Op [getuige] optreden
[slachtoffer] :(…)isgoed
Ik meld wel als ik mag
[verdachte] :(…) oke is goed
Gaan we morgen ook iets doen
Happy ending
[slachtoffer] :ik kan niet
Me rug en nek
Gesprek van 2 juni 2016
[verdachte] :[getuige] heeft ons verraden
[slachtoffer] :wat veraden
[verdachte] :dat we mekaar zien
Gesprek van 3 juni 2016
[verdachte] : (…)Wil eerlijk tegen jou zijn
Ze heeft vertel dat ik jou geld gaf
[slachtoffer] :pff waarom is zij zo
[verdachte] :ik zij al ze is jaloers
Getuige [getuige] heeft bij de politie verklaard dat zij en de verdachte beiden gebruik maakten van verdachtes facebook account.De verdachte heeft dit ter terechtzitting bevestigd.
De rechtbank stelt op grond van bovenstaande vast dat [slachtoffer] uit zichzelf naar de politie is gestapt op 4 april 2018 en gedetailleerd heeft verklaard over de handelingen die tussen haar en de verdachte hebben plaatsgevonden -te weten het regelmatig pijpen van de verdachte, het hebben van seks en het tongzoenen- en over waar en wanneer deze handelingen hebben plaatsgevonden. Haar verklaring ten aanzien van de seksuele handelingen met de verdachte wordt bevestigd door het door [slachtoffer] opgenomen gesprek tussen haar en [slachtoffer] en waarvan [slachtoffer] kennelijk niet wist dat het werd opgenomen. In dat gesprek vertelt [slachtoffer] heel openlijk over de seksuele handelingen tussen haar en de verdachte. Zij vertelt onder meer dat zij de verdachte moest pijpen en neuken en dat dat gebeurde bij -de inmiddels overleden- [betrokkene] thuis en dat [betrokkene] daarvoor in ruil drugs van verdachte ontving. Uit onderzoek is gebleken dat een overleden drugsgebruikster genaamd [betrokkene] niet ver bij de verdachte vandaan woonde waardoor bij de rechtbank het sterke vermoeden bestaat dat zij de [betrokkene] betrof die haar huis beschikbaar stelde voor het laten plaatsvinden van de seksuele handelingen, zodat de verklaring van [slachtoffer] op dit punt bevestigd wordt.
Hiernaast wordt de verklaring van [slachtoffer] ondersteund door de hiervoor aangehaalde sms- WhatsApp en/of Facebook Messenger berichten waaruit volgt dat er heimelijke ontmoetingen zijn geweest tussen de verdachte en [slachtoffer] en hij tegen haar zegt dat hij van haar houdt, haar mist, haar billen mooi vindt en hij haar vraagt om iets te gaan doen met een happy ending. Het is een feit van algemene bekendheid dat ‘happy ending’ een seksuele lading heeft. De rechtbank acht de stelling van de verdachte dat deze berichten door [getuige] waren gestuurd ongeloofwaardig nu het, gelet op de aard en de inhoud van deze berichten, niet anders kan dan dat de verdachte deze berichten heeft gestuurd. In die gesprekken werd immers regelmatig gesproken over [getuige] , dat zij jaloers is en niet mag weten van het contact tussen [slachtoffer] en de verdachte. En in het bericht over de “happy ending” wordt [slachtoffer] meegevraagd naar [getuige] ’s optreden. Het is onaannemelijk dat [getuige] dit zo zou hebben gevraagd.
De rechtbank gaat gelet op het voorgaande dan ook voorbij aan de verweren van de raadsvrouw.
Concluderend staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de feitelijkheden zoals opgesomd in de tenlastelegging hebben plaatsgevonden en acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd.