ECLI:NL:RBDHA:2020:8944
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- N.I.S. Wallet
- N.F.H. van Eijk
- H.H.J. Zevenhuijzen
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis inzake brandstichting met levensgevaar voor personen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juli 2020 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting. De verdachte, geboren in 1991 en thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting PPC Zwolle, werd ervan beschuldigd op 22 januari 2020 opzettelijk brand te hebben gesticht in een woning te Wateringen. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op 23 april 2020 en 13 juli 2020, waarbij de officier van justitie, mr. H. Mol, en de raadsvrouw van de verdachte, mr. J.M. Bekooij, aanwezig waren.
De tenlastelegging omvatte het opzettelijk in brand steken van een inbouwkast met brandbaar materiaal, wat leidde tot gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor personen in de omliggende woningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het feit heeft bekend en dat er voldoende wettige bewijsmiddelen zijn om de bewezenverklaring te ondersteunen. De rechtbank oordeelde dat er levensgevaar te duchten was, gezien de omstandigheden van de brand en de nabijheid van andere woningen.
De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen in afwachting van een maatregelenrapport van de reclassering, dat nog niet gereed was. De zitting is geschorst tot 28 september 2020, waarbij de officier van justitie verantwoordelijk is voor het tijdig aanleveren van het rapport. Het tussenvonnis is uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.