ECLI:NL:RBDHA:2020:9403
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Russische eiseres met betrekking tot gedwongen opname in psychiatrische instelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 september 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Russische eiseres. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het relaas van de eiseres over haar gedwongen opname in een psychiatrische instelling niet als relevant element was aangemerkt door de verweerder. De eiseres stelde dat zij gedwongen was opgenomen vanwege haar politieke overtuiging, maar de rechtbank volgde de conclusie van de verweerder dat er geen gegronde vrees voor vervolging bestond. De rechtbank overwoog dat de eiseres sinds 2009 geen politiek-gerelateerde problemen had ervaren en dat haar verklaringen over de gedwongen opname niet voldoende waren om aan te nemen dat deze opname een daad van vervolging was. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht was afgewezen als ongegrond en dat er geen reden was om uitstel van vertrek te verlenen op medische gronden, aangezien de eiseres niet had aangetoond dat haar medische situatie een noodsituatie vormde. De rechtbank veroordeelde de verweerder in de proceskosten van de eiseres, vastgesteld op € 1.050,-.