ECLI:NL:RBDHA:2020:9541
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 september 2020 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1991, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De officier van justitie had op 7 september 2020 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging, waarbij verschillende documenten, waaronder een medische verklaring en een zorgplan, waren gevoegd. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de rechtbank, vanwege de coronamaatregelen, de betrokkenen telefonisch hoorde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene eerder is aangehouden voor strafbare feiten en momenteel in voorlopige hechtenis zit. Er is een groot gevaar voor recidive van gewelddadige delicten. De psychiater heeft verklaard dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk geacht.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, die geldig is tot en met 18 maart 2021. De beschikking is gegeven door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.