ECLI:NL:RBDHA:2020:9566
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak met zaaknummer NL20.11972 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Coenen, had een asielaanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J.M.M. van Gils, niet in behandeling was genomen. Dit besluit, dat op 5 juni 2020 was genomen, leidde tot het indienen van beroep door de verzoeker, die tevens vroeg om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 21 juli 2020, waar ook een andere zaak werd behandeld, hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.
De rechtbank heeft in de hoofdzaak uitspraak gedaan en het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Aangezien de hoofdzaak ongegrond is verklaard, was er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. De uitspraak is bekendgemaakt op 23 juli 2020.