Op grond van hetgeen partijen hebben aangevoerd en de in het geding gebrachte producties staat het volgende vast. [gedaagde] heeft een winkelruimte met showroom gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Zij heeft voorts een website waarop zij haar aanbod toont. Op deze website wordt onder meer aangeboden een hanglamp van het merk Quasar – Citadel. Met betrekking tot deze lamp is op de website het volgende vermeld:
Wow effect met deze lamp. De Quasar Citadel is er in koper, nikkel, en goud. In meerdere diameters: 78 cm, 89 cm, 100 cm, 120 cm, 140 cm, 160 cm, 180 cm, en 200 cm.
Tevens verkrijgbaar in een compositie van drie ringen (zie afbeelding).Citadel 1 ring 78 cm € 1.476,-
Offerte aanvragen [website]
Indien op de knop
OFFERTE AANVRAGENwordt gedrukt, verschijnt op het scherm onder meer de tekst:
U vraagt een offerte aan voor 'Quasar - Citadel'
gevolgd door een matrix waarin degene die de offerte wil krijgen zijn gegevens (naam, e-mailadres en telefoonnummer) kan invullen, met vervolgens de optie om deze informatie elektronisch te verzenden. De producten die [gedaagde] aanbiedt, verkoopt zij hoofdzakelijk in haar winkel / showroom te [vestigingsplaats] . De verkoop daarvan per telefoon en e-mail vindt slechts bij wijze van uitzondering plaats. [eiser] , een consument, heeft voor de inrichting van zijn woning bij [gedaagde] telefonisch en/of per e-mail verschillende offertes aangevraagd voor een Citadel hanglamp. De offerte van [gedaagde] d.d. 2 juli 2019 heeft hij per e-mail of per telefoon geaccepteerd. Hij heeft [gedaagde] tijdens het sluiten van de aldus tot stand gekomen koopovereenkomst niet in haar winkel / showroom bezocht. Hij heeft de betreffende lamp, bestaande uit een drietal messing ringen met diameters van 100, 120 en 140 cm, wel gezien bij een derde in de winkel. De voor de lamp verschuldigde koopsom ad € 4570,= heeft [eiser] op 8 augustus 2019 aan [gedaagde] voldaan. De levering van de lamp heeft plaatsgevonden op 2 augustus 2019. De daarbij behorende (juiste) bevestigingsdraden ontbraken. [gedaagde] heeft deze op 29 augustus 2019 na geleverd. Daarmee was de levering van de lamp per die datum voltooid. Op 30 augustus 2019 heeft [eiser] de lamp in zijn woning (op zolder) opgehangen. Aangezien de lamp in esthetisch opzicht niet goed in de ruimte bleek te passen heeft [eiser] de lamp op 30 augustus 2019 terug geplaatst in de verpakking en voor retournering gereed gezet. Zijn echtgenote heeft zich op 4 en 11 september 2019 zowel mondeling als per e-mail (namens hem) beroepen op het wettelijke herroepingsrecht. Bij e-mailbericht d.d. 11 september 2019 heeft de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] gesommeerd om binnen een termijn van 21 dagen nadien een afspraak te maken met [eiser] voor het retourneren van de lamp en om de door [eiser] betaalde koopsom binnen die termijn terug te betalen. [gedaagde] heeft daaraan geen gevolg gegeven.