ECLI:NL:RBDHA:2020:984

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 februari 2020
Publicatiedatum
7 februari 2020
Zaaknummer
C/09/585479 / FA RK 19-9472
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • C.J-A. Seinen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toevertrouwen van kinderen aan de vrouw en toewijzing van het gebruik van de echtelijke woning

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2020 een beschikking gegeven in een procedure betreffende voorlopige voorzieningen. Het verzoek is ingediend door de vrouw, [X], die verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en om de minderjarige kinderen aan haar toe te vertrouwen. De man, [Y], heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de vrouw. Tijdens de zitting op 21 januari 2020 zijn beide partijen met hun advocaten verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over de verblijfplaats van de kinderen, die bij de vrouw in de echtelijke woning zullen blijven. Echter, de rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om de kinderen aan haar toe te vertrouwen afgewezen, omdat er geen belang meer was bij deze voorlopige voorziening. De rechtbank heeft wel het verzoek van de vrouw om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning toegewezen, aangezien dit verzoek niet werd betwist en op de wet was gegrond. Daarnaast zijn partijen overeengekomen dat de man de vaste lasten van de woning blijft betalen en dat hij € 500,- per maand aan de vrouw zal storten. De verzoeken van de vrouw voor voorlopige kinder- en partneralimentatie zijn als ingetrokken beschouwd. De beschikking is gegeven door mr. C.J-A. Seinen, rechter en kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 19-9472
Zaaknummer: C/09/585479
Datum beschikking: 4 februari 2020

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 17 december 2019 ingekomen verzoek van:

[X] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. A. Alam-Khan te Delft.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[Y] ,

de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. R.V. Paniagua te 's-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift.
Op 21 januari 2020 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: partijen met hun advocaten.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vrouw strekt ertoe dat:
- de vrouw gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te [plaats echtelijke woning] , aan de [adres echtelijke woning] ( [postcode] );
- de minderjarige kinderen van partijen aan de vrouw worden toevertrouwd;
- een door de man aan de vrouw te betalen voorlopige partneralimentatie van
€ 2.670,- per maand wordt vastgesteld, met ingang van de datum van de indiening van het verzoekschrift, althans met ingang van een datum die de rechtbank juist acht;
- een door de man aan de vrouw te betalen voorlopige kinderalimentatie van € 300,- per maand per kind wordt vastgesteld voor de twee minderjarige kinderen, met ingang van de datum van de indiening van het verzoekschrift, althans met ingang van een datum die de rechtbank juist acht, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, en te vermeerderen met het bedrag van iedere uitkering die hem op grond van geldende wetten en/of regelingen ten behoeve van de minderjarige kan of zal worden verstrekt;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd op [datum huwelijk] 1998 te [plaats huwelijk] .
- Zij zijn de ouders van de volgende nog minderjarige kinderen:
- [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2003 te [geboorteplaats] ,
- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 te [geboorteplaats] .
- Zij zijn de ouders van het volgende meerderjarige kind:
- [naam meerderjarige kind] geboren op [geboortedatum 3] 1998 te [geboorteplaats] .

Beoordeling

Toevertrouwing kinderen
De rechtbank merkt allereerst op dat het treffen van een voorlopige voorziening is bedoeld als een ordemaatregel. Het gaat erom snel knopen door te hakken in een acute conflictsituatie, zodat partijen voorlopig verder kunnen.
Verder neemt de rechtbank tot uitgangspunt dat het in het belang van de kinderen is om hen in deze voorlopige situatie niet te confronteren met meer veranderingen dan nodig is; dat de kinderen bij elkaar blijven, en dat zij verblijven bij de ouder die tijdens het huwelijk het meest voor hen heeft gezorgd.
De rechtbank constateert dat er op dit moment geen geschil bestaat tussen de ouders over de verblijfplaats van de kinderen gedurende de echtscheidingsprocedure: zij zijn het eens dat die bij de vrouw is, in de echtelijke woning. De meningsverschillen die er zijn, zien op mogelijke toekomstige scenario’s waarin de vrouw zal verhuizen. Van deze scenario’s is onduidelijk of en wanneer zij zich voor de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking zullen voordoen. De rechtbank kan deze scenario’s daarom niet in deze voorlopige voorzieningenprocedure beoordelen.
De rechtbank zal het verzoek van de vrouw daarom bij gebrek aan belang afwijzen.
Uitsluitend gebruik echtelijke woning
Dit verzoek kan als niet weersproken en op de wet gegrond worden toegewezen.
Onderhoudsbijdragen
De vaste lasten van de echtelijke woning worden sinds het uiteengaan van partijen nog steeds via automatische incasso van de zakelijke rekening van de man afgeschreven.
Tijdens de zitting zijn partijen overeengekomen dat de man de vaste lasten van de woning blijft betalen, en dat hij daarnaast € 500,- per maand leefgeld op de bankrekening van de vrouw zal storten.
Gelet op deze overeenstemming beschouwt de rechtbank de verzoeken van de vrouw terzake de voorlopige kinder- en partneralimentatie als ingetrokken.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te [plaats echtelijke woning] , aan de [adres echtelijke woning] ( [postcode] );
stelt vast dat de man de vaste lasten van de echtelijke woning zal blijven betalen en dat de man daarnaast vanaf heden elke maand € 500,- op de bankrekening van de vrouw zal storten;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het verzoek van de vrouw om de kinderen aan haar toe te vertrouwen, af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J-A. Seinen, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. A. Sinan als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 februari 2020.