Uitspraak
Gezagsuitoefening
Beschikking op het op 3 april 2020 ingekomen verzoek van:
[X]
[Y] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- het aanvullend verzoekschrift;
- het bericht van 29 april 2020 met bijlage van de moeder;
- het bericht van 8 mei 2020 met bijlagen van de moeder.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en een tolk van [naam tolk 1] ;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat en een tolk [naam tolk 2]
- namens de Raad voor de Kinderbescherming de heer [medewerker RvdK]
Feiten
- De ouders hebben een affectieve relatie met elkaar gehad en zijn met elkaar gehuwd geweest.
- Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2010 te [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 te [geboorteplaats 2]
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 te [geboorteplaats 3]
- De ouders hebben het gezamenlijk gezag over de kinderen.
- De kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de moeder.
Verzoek en verweer
- aan haar toestemming te verlenen, die de toestemming van de vader vervangt, om de kinderen uit te schrijven van de [naam en adres huidige school] ;
- aan haar toestemming te verlenen, die de toestemming van de vader vervangt, om de kinderen in te schrijven voor het komend schooljaar op een van de in sub 15 van het verzoekschrift vermelde scholen;
- de vader te bevelen de helft van de kosten van de sub I vermelde school bij vooruitbetaling te voldoen.
Beoordeling
€ 20.886 per jaar bedragen voor de lagere school en voor middelbaar onderwijs € 10.218 per kind per jaar. Beide ouders hadden een dienstbetrekking bij een internationaal bedrijf/instelling die deze bedragen betaalden, maar beide ouders hebben een andere baan. De moeder kan het niet langer volhouden deze schoolkosten te betalen. Daarnaast vindt de moeder het van belang dat de kinderen gaan integreren in de Nederlandse samenleving. De moeder noemt drie scholen die bereid zijn de kinderen op te nemen.
“(…) de ouders de jaarlijkse schoolkosten (school fees) van de [naam huidige school] allebei voor de helft zullen blijven betalen, nu zij het hierover wel met elkaar eens zijn.”. Door de vader is gesteld dat hij steeds tijdig de helft van de schoolkosten heeft betaald. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de vader ook de helft van de kosten van de nieuwe scholen zal betalen. De rechtbank heeft verder onvoldoende (financiële) gegevens om het onderhavige verzoek inhoudelijk te beoordelen, zodat de rechtbank het verzoek van de moeder zal afwijzen.
Beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2010 te [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 te [geboorteplaats 2] ;
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 te [geboorteplaats 3] .