3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Ten aanzien van feit 1
Nu de verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren, de pleegperiode daargelaten, heeft bekend ter terechtzitting en zijn raadsvrouw hiervoor geen vrijspraak heeft bepleit, zal de rechtbank volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. In een aanvullende bewijsoverweging zal de rechtbank vervolgens nog ingaan op de pleegperiode.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 22 september 2020;
- het proces-verbaal van verhoor getuige van 7 december 2018, blz. 349-353;
- het proces-verbaal van verhoor getuige van 4 januari 2019, blz. 547-551;
- het proces-verbaal van bevindingen onderzoek historische verkeersgegevens [telefoonnummer] van 9 oktober 2018, blz. 162-167;
- het proces-verbaal van het team forensische opsporing van 18 december 2018, blz. 587-589;
- rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut van 17 december 2018, blz. 590 en 591.
Aanvullende bewijsoverweging ten aanzien van de periode
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich gedurende de gehele ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan de handel in cocaïne. Daartoe overweegt zij als volgt.
De rechtbank sluit wat betreft de periode van drugshandel aan bij de verklaring van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] , voor zover die verklaringen elkaar overlappen en derhalve ondersteunen. [getuige 1] heeft op 4 januari 2019 verklaard dat hij in het laatste half jaar eens in de twee weken cocaïne kocht van de verdachte. [getuige 2] heeft op 7 december 2018 verklaard dat zij van de verdachte al een jaar cocaïne kocht.
Ten aanzien van het verweer van de raadsvrouw dat de verklaring van deze getuigen onbetrouwbaar zijn en niet kunnen worden gebruikt om de dealperiode zonder twijfel vast te stellen, overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank acht de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] wel betrouwbaar. Hun verklaringen zijn gedetailleerd en consistent, ondersteunen elkaar onderling en worden ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het verweer van de raadsvrouw dat de getuigenverklaring van [getuige 2] niet strookt met de opgevraagde historische telefoongegevens waaruit zou blijken dat [getuige 2] voorafgaand aan 27 oktober 2018 geen telefonisch contact met de verdachte heeft gehad, overweegt de rechtbank het volgende. In het dossier bevinden zich twee tapgesprekken die plaatsvonden op 27 oktober 2018 tussen de verdachte en [getuige 2] (blz. 354 en 356). Uit niets komt naar voren dat dat de eerste gesprekken zouden zijn tussen de verdachte en [getuige 2] . Uit de inhoud van de gesprekken rijst veeleer het beeld dat zij elkaar kennen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het dealen in de periode vanaf 1 juli 2018, zijnde de (afgeronde) periode van zes maanden voorafgaand aan 4 januari 2019, de datum waarop [getuige 1] zijn verklaring heeft afgelegd, wettig en overtuigend bewezen verklaren.
Alles overwegende acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 1 juli 2018 tot en met 28 november 2018 heeft gehandeld in cocaïne.
Ten aanzien van feit 2
Nu de verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend ter terechtzitting en zijn raadsvrouw hiervoor geen vrijspraak heeft bepleit, zal de rechtbank volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 22 september 2020;
- het proces-verbaal van aanhouding van 28 november 2018, blz. 116-117;
- het proces-verbaal van het team forensische opsporing van 17 december 2018, blz. 555-557;
- het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 14 december 2018, blz. 558;
- het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 13 december 2018, blz. 559.