3.4.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het [nummer] (onderzoek Bravo20), van de politie eenheid Den Haag, district Alphen aan den Rijn-Gouda, basisteam Kaag en Braassem, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 1136). Apart genummerd is het bij het onderzoek Bravo 20 horend forensisch dossier (doorgenummerd pagina 1 t/m 317).
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 5):
Op zaterdag 31 mei 2020, omstreeks 02.25 uur, kregen wij de opdracht van de centralist van de Operationele Centrum te gaan naar [adres] , gemeente Nieuwkoop. Op genoemd adres zouden medewerkers van de ambulance aanwezig zijn. Zij wilden graag de politie ter plaatse vanwege een onnatuurlijke dood. Omstreeks 02:34 uur waren wij ter plaatse.
[..]
Ik ben vervolgens direct naar de eerste etage gelopen via de trap. De ambulancemedewerker ving mij op boven aan de trap. [..] Hij wees mij naar de meest linkerkamer. In de kamer zag ik een loopband staan met een lichaam erop. De ambulancemedewerker verklaarde mij dat de persoon was overleden.
2. Pathologieonderzoek naar aanleiding van een mogelijke onnatuurlijke dood, rapport
Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van 16 november 2020 (forensisch dossier, p. 35-50):
Conclusie
Het intreden van de dood van [slachtoffer] , 34 jaren oud, wordt verklaard als gevolg van
uitwendig mechanisch samendrukkend toesnoerend geweld op de hals/nek met 1 of meer
strak omwikkelde object(en):ligatuurstrangulatie. Al of niet in combinatie met manueel
samendrukken van de hals: wurging.
(Hevig) stomp botsend mechanisch geweld op het hoofd heeft mogelijk geleid tot
bewustzijnsstoornissen waardoor dit slachtoffer mogelijk niet (goed) in staat geweest is zich te weren tegen voornoemd fataal geweld.
Een andere doodsoorzaak (op ziekelijke en/of toxicologische grond) is bij sectie en
toxicologisch onderzoek niet gebleken.
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , opgemaakt op 1
juni 2020, voor zover inhoudende (p. 26):
V: Hoe lang woont u al op de [adres] ?
A: Misschien al 40 jaar.
[..]
V: Wanneer is de laatste keer geweest dat u hem [de verdachte] heeft gezien?
A: Dat was afgelopen zaterdag. Ik en mijn vriendin waren zaterdag 30 mei thuis. Ergens
rond half 2 a half 3 in de middag. Wij hoorden toen een hoop gegil van alle drie de dochters.
Het was echt extreem. We horen ze wel eens gillen, maar dan zijn ze aan het spelen. Maar
nu klonk het anders, het klonk als nood. We zeiden nog tegen elkaar dat het erop leek dat er
een vermoord werd. Zo erg en extreem hadden wij het nog nooit meegemaakt. Dat gillen duurde een paar minuten, misschien een minuut of 3.
4. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , opgemaakt op 3 juni
2020, voor zover inhoudende (p. 138):
V: Wat is er zaterdag gebeurt. Hoe is die dag gegaan?
Om drie uur kwam [verdachte] niet op zijn gewoonte. Hij klopte heel had op mijn deur. Hij stond bij de deur van mijn slaapkamer. Ik vroeg wat er aan de hand was. Ik was nog steeds in mijn pyjama. Hij zei, ik heb ruzie gehad met mijn vrouw. [verdachte] zei "mijn vrouw gaat de politie bellen en aangifte doen".
[verdachte] vroeg mij "wil je mij helpen om mijn koffers in te pakken en naar Alphen aan den Rijn te gaan".
5. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , opgemaakt op 2 juni 2020,
voor zover inhoudende (p. 71 en 75):
Wat kunt u verder over [verdachte] vertellen?
Hij zei aan de telefoon tegen mij, "ik heb een probleem, kan jij langskomen?". Ik zei tegen hem, "geen probleem, ik kom meteen naar jou toe". Ik ging naar hem toe, hij opende de deur. Toen zei hij tegen mij "ik heb een grote fout gedaan". Hij ging een kast openen, een kleine kast aan de linker kant van de deur. Hij pakte documenten en geld. Hij zei tegen mij, dit zijn de documenten van mijn kinderen. Wil je alsjeblieft goed op hen letten, ik zei
tegen hem, "ik ontvang deze dingen niet van jou. Geef het maar aan jouw dochter. Er zijn wel regels en wetgeving in dit land. Het is beter dat jouw dochter deze spullen meeneemt". We gingen naar beneden, hij pakte de telefoon op en hij ging nummers draaien en hij ging praten. Wat ik weet, hij heeft de ambulance gebeld. Ik hoorde hem. Hij zei tegen mij, "je moet nu weggaan voordat de ambulancemensen komen, zodat jij niet in beeld raakt en jij ook geen vragen krijgt. Beter dat jij nu weg gaat". Dus ik ging naar mijn huis.
Ik belde hem vanuit mijn huis. Ik vroeg aan hem "is de ambulance gekomen"? Hij zei
"ik hoor de sirene van de ambulance momenteel". [..] Hij zei tegen mij. Mijn vrouw ligt op
de grond. Hij zei tegen mij, ik heb haar geslagen en zij ligt boven. Dus ik ging naar boven
samen met hem om er zeker van te zijn van zijn verhaal. Ik kom bovenaan de trap op. Ik zag
haar toen meteen liggen.
6. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] , opgemaakt op 31 mei 2020,
voor zover inhoudende (p. 36):
Ik was op zaterdag 30 mei 2020, net voor 22.00 uur, thuis met visite. [verdachte] stond voor mijn
deur aan te bellen. Hij stond er met zijn 3 dochters.
[verdachte] zei dat zijn vrouw was gevallen en of zijn dochter even bij mij mochten blijven. Ik
ben toen met [verdachte] in zijn auto naar zijn huis gereden. Ik zei kom we gaan binnen kijken
maar dat wilde [verdachte] niet. Ik bleef buiten de woning en [verdachte] ging binnen kijken. Ik
hoorde geluid uit de woning komen maar ik weet niet of het iemand of de tv was. Ik zag dat
[verdachte] weer naar buiten kwam. Hij zei alles is goed met mijn vrouw. Hij zei ik breng jou
terug ik dacht dat hij neemt gelijk de kinderen weer mee.
Maar eenmaal bij mij thuis aan de [adres] te Alphen aan den Rijn zei hij : Ik
kom zo terug met mijn vrouw om de kinderen te halen.
[..]
Mijn vrouw belde, [verdachte] is nog steeds niet gekomen. Ik heb toen [verdachte] gebeld maar hij werkte niet. Ik heb twee nummers maar beide werkte niet. Dat was op 31 mei 2020, om 01.06 uur. Ik zei ik ga zo wel naar [verdachte] en vragen. Maar denk na 20 minuten kwam [verdachte] ook naar Noorden.
7. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] , opgemaakt op 4 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 45):
Toen zagen wij [verdachte] met een sigaret in zijn hand naar ons toe lopen. Hij had al geparkeerd bi] het huis van [naam 1] in Zevenhuizen.
[verdachte] zei tegen mij. Ik wil jou even spreken. Want hij wilde er niet over praten waar de andere vrienden bij stonden. Ik zei waarom ben je niet bereikbaar. Waarom kom je de kinderen niet ophalen wat is er aan de hand. Hij zei, [slachtoffer] heeft er nog last van. Daarom ben ik niet gekomen. Ik heb tegen hem gezegd als zij er last van heeft. Heb je dan de ambulance gebeld. Hij zei nee. Ik heb aangedrongen dat hij nu de ambulance moest bellen. Ik zei tegen hem jij gaat nu voor mij rijden en ik ga achter jou rijden en we gaan nu kijken hoe het met [slachtoffer] is.
[..]
We kwamen aan bij het huis van [verdachte] . Ik wilde uitstappen. Hij zei stap niet uit en wacht in je auto. Dit was de tweede keer dat hij dit tegen mij zei die dag.
[verdachte] zei tegen mij, Ik ga eerst bij [slachtoffer] kijken. Als zij een ambulance nodig heeft dan ga ik een ambulance bellen. Hij ging het huis binnen en na zeven à acht minuten kwam de ambulance aan bij de voordeur.
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 augustus 2020, voor zover
inhoudende (p. 529 - 532):
Op dinsdag 18 augustus 2020 is [dochter 1] , de dochter van [slachtoffer] en de verdachte, geboren op [geboortedatum] 2008, als getuige gehoord.
V: Wat vroegen ze?
A: Of ik mama had zien liggen.
V: Toen [naam 2] dat vroeg of je mama had zien liggen, wat heb je toen gezegd?
A: Ja.
[..]
V: Je had mama gezien he. Waar heb je mama gezien?
A: In de bijkamer boven. Ze lag op de grond.
V: Ze lag op de grond en wat zag je nog meer?
A: Ze was heel rood, maar niet van bloed. In haar gezicht.
[..]
V: En waar lag ze?
A: Op de grond in de bijkamer.
V: En wat staat er in de bijkamer?
A: Een loopband en de was ligt daar. En toen hoorde we gegil en toen gingen we boven kijken.
V: Je hoorde gegil. Van wie hoorde je gegil?
A: Van mama.
V: En wat schreeuwde mama?
A: Ze hadden ruzie en toen ging papa slaan.
V: En wie ging papa slaan?
A: Mama.
V: En hoe weet je dat papa mama ging slaan?
A: Dat zag ik.
V: Waar waren papa en mama toen ze ruzie hadden?
A: Nog steeds in dezelfde kamer.
V: En dan hebben we het over het kamertje waar de was is?
A: Ja.
V: En waar was jij toen je dat hoorde?
A: We waren beneden en toen gingen we kijken.
V: Wie gingen er toen kijken?
A: Ik en mijn zusjes.
V: Wie ging er als eerste naar boven?
A: Ikke.
[..]
V: Wat zag je toen je bij de deur stond?
A: Mama die op de grond lag en papa zat ernaast.
V: Wat deed papa?
A: Ik weet niet echt precies meer.
V: Als je het niet weet mag je dat ook zeggen. Hoe zat papa op de grond?
A: Papa zat op zijn knieën aan de linkerkant van mama.
V: En waar lag mama?
A: Mama lag op de grond.
V: En mama lag op de grond, waar lag ze dan?
A: Naast de loopband.
V: En jij stond in de deuropening. Wat deed je toen?
A: Wij riepen allemaal stop, maar het hielp niet
V: Wat was papa aan het doen toen jullie riepen stop?
A: Weet ik niet, maar hij zat aan mama.
[..]
V: Je zusjes zijn achter je gebleven en papa zat op zijn knieën naast mama die op de grond lag. Hoe lag mama?
A: Ze lag op haar rug en haar hoofd was naar boven. En haar hoofd, gezicht was rood.
[..]
(…)
V: Toen je beneden was hoorde je mama gillen en toen je boven kwam, zei ze toen nog wat?
A: Ze praatte nog wel, maar ik weet niet echt meer.
V: En jij en je zusjes hebben gegild. Wat hebben jullie gegild?
A: Stoppen
V: Wat gebeurde er toen?
A: Niet echt iets.
V: Heb je het idee dat papa en mama gehoord hebben dat jullie gilde?
A: Ja, dat wel.
[..]
V: En waar zijn de handen van papa dan toen hij boos was?
A: Op mama, maar ik weet niet waar.
[..]
V: Papa zei ga naar beneden. Hoe zei hij dat?
A: Gewoon boos.
9. Het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres] , voor zover inhoudende (forensisch dossier, p. 63-73):
Wij [..] hoorden dat [..] de volgende persoon als slachtoffer/overledene in deze zaak betrokken was:
[slachtoffer] [..]
- het slachtoffer twee goudkleurige ‘schakel’ kettingen, een dikke en een dunnere, om haar nek had [..]
- het slachtoffer huidverkleuringen en – beschadigingen aan de rechterzijde in haar nek had.
- de nek [..] van het slachtoffer bemonsterd op de aanwezigheid van biologisch celmateriaal;
- de kettingen veiliggesteld en verpakt voor een eventueel biologisch vervolgonderzoek; [..]
SIN : AANP7845NL
Spooromschrijving : Epitheel [..]
Plaats veiligstellen : Nek slo rechts
SIN : AANP7844NL
Spooromschrijving : Epitheel [..]
Plaats veiligstellen : Nek slo middenvoor
SIN : AANP7846NL
Spooromschrijving : Epitheel [..]
Plaats veiligstellen : Nek slo links
SIN : AANP7842NL
Object : Ketting [..]
Inhoud : Fijne schakel
Bijzonderheden : nek slo
SIN : AANP7843NL
Object : Ketting [..]
Inhoud : Lange met grove schakel
Bijzonderheden : nek slo
10. Het geschrift, te weten het rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van het stoffelijk overschot van [slachtoffer] in Ter Aar op 31 mei 2020 van het NFI, opgemaakt op 2 juli 2020, voor zover inhoudende (forensisch dossier, p. 298):
In Tabel l staat vermeld van wie het DNA op grond van het vergelijkend DNA-onderzoek
afkomstig kan zijn. Wordt een persoon - van wie het DNA-profiel is vergeleken - niet
vermeld, dan is er geen aanwijzing verkregen voor de aanwezigheid van DNA van deze
persoon in die bemonstering.
Op bemonstering AANP7845NL#O1 (nek so rechts) is het DNA-mengprofiel van minimaal vier personen aangetroffen:
- slachtoffer [slachtoffer] ,
- verdachte [verdachte] ,
- minimaal twee onbekende personen
11. Het geschrift, te weten het rapport Aanvullend DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van het stoffelijk overschot van [slachtoffer] in Ter Aar op 31 mei 2020 van het NFI, opgemaakt op 10 juli 2020, voor zover inhoudende (forensisch dossier, p. 303):
Op bemonsteringen AANP7844NL#01 (nek so middenvoor) en AANP7846NL#01 (nek so links) is het DNA-mengprofiel van minimaal twee personen aangetroffen:
- slachtoffer [slachtoffer] [..]
- verdachte [verdachte] [..]
12. Het geschrift, te weten het rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van het stoffelijk overschot van [slachtoffer] in Ter Aar op 31 mei 2020 van het NFI, opgemaakt op 24 juli 2020, voor zover inhoudende (forensisch dossier, p. 305):
De kettingen [AANP7842NL en AANP7843NL]zijn allebei in een onderzoekslaken aangeleverd. [..]
In Tabel 2 staat vermeld van wie het DNA op grond van het vergelijkend DNA-onderzoek afkomstig kan zijn. Wordt een persoon – van wie het DNA-profiel is vergeleken – niet vermeld, dan is er geen aanwijzing verkregen voor de aanwezigheid van DNA van deze persoon in die bemonstering. [..]
Bemonstering van de ketting AANP7843NL (dik)
AANP7843NL#04 DNA-mengprofiel
- verdachte [verdachte]
- minimaal één andere persoon [..].